vrijdag 28 juli 2017

Vissen

Over Flores valt misschien wel het meest te schrijven. Dat vind ik ook nu ik hier weer terug ben en de hele rit van twee weken geleden in 8 in plaats van 3,5 dag doe, met wat omwegen. Maar ik schrijf het minst, omdat ik te druk ben met de mensen om me heen en met het opnemen van wat ik allemaal zie en doe.
Ik zit in het vissersdorpje Nanga Mese aan de noordkust van Flores te schrijven op de veranda van het huis van mensen die de chauffeur, Pak Edison, zijn familie noemt. Maar familie kan van alles zijn hier, van bloedverwanten tot mensen die je in het runnen van je business zo vaak ziet dat je ze kakak, adik (broer/zus) of om (oom) gaat noemen.
Bakkende vis bij kaarslicht. Elektriciteit uitgevallen. 
Zelf de was doen in de badkamer.
De familie van Pak Edison legt zich toe op het voorzien van een echte desa-ervaring voor boelèès: je mag er overnachten, met een echte mandikamer, hurkplee en samen koken op een houtvuurtje. Daar hoef je niets voor te betalen, maar een gift naar eigen inzicht wordt natuurlijk wel verwacht. Ook huur je voor een dag een visserskottertje met een tuffend dieselmotortje waarmee je kunt gaan snorkelen bij de 17 eilanden die hier voor de kust liggen.

Mijn logeeradres hier is schoner dan menige supperior room (dubbele p) van een gemiddeld middenklassehotel op Flores. Er is ook internetontvangst, hetgeen niet vanzelfsprekend is op Flores.

Het is leuk en ongemakkelijk, die status als betalende gast. De mensen bij wie ik in huis ben, weten er niet zo goed raad mee dat ik Indonesisch spreek en versta, geloof ik. Ze zijn gewend gewoon door te gaan met hun leven van alledag en hoeven niets van de boelèès te weten. Dat lukt ook niet echt als je elkaars taal niet spreekt en dat is eigenlijk heel rustig.

Ik, op mijn beurt, durf niet zo goed te lang in de badkamer te verblijven als de rest van de familie (de visser, zijn vrouw, haar moeder en in en uit lopende kinderen) ook nog wil baden, en ik heb gewoon maar de gemiddelde hotelprijs betaald voor de twee overnachtingen om me daar geen buil aan te kunnen vallen. De namen van de visser en zijn vrouw weet ik nog steeds niet. Die hebben ze me niet gezegd en het is te laat om het te vragen.

Maar nu ik hier al een heel etmaal ben en tot morgen blijf, komen er gesprekjes die verder gaan dan complimenten over de heel erg lekkere verse vis die de vissersvrouw heeft klaargemaakt. Dan blijkt dat we van dezelfde leeftijd zijn, begin 40, en dat haar kinderen klaar zijn met school en dankzij de inkomsten van het musim boelèè (het wittenseizoen) naar de universiteit in Makassar kunnen. Dan vertelt de visser dat ze soms ook last hebben van de toeristen die zich tot 3 uur ‘s nachts op een van de eilanden voor de kust willen laten vollopen met bier en dan met een combinatie van alcoholvergiftiging en zonnesteek naar het ziekenhuis van Riung gebracht moeten worden.


De volgende dag, toen we de zee op tuften en ik al snorkelend drie verschillende plekken op een uitgestrekt koraalrif kon bekijken, begon me te dagen dat het toerisme wel eens de redding van de koralen zou kunnen betekenen. Op basis van wat ik gezien heb is tachtig procent van het rif opgeblazen. Vissers doen dat om snel en goedkoop veel vis te kunnen vangen (en daarmee o.a. hun kinderen naar een betere school te sturen).

Het aangezicht is vreselijk: een oorlogsgebied met de grijze geraamtes en brokstokken van het koraalrif die als hopen puin en gruis de diepte van de zee ingestroomd zijn. Op plekken van enkele vierkante meters groeit het koraal aarzelend weer uit en de kleuren (blauw, groen, rood, geel, paars, oranje) en vormen (anemoonachtige holtes, fijne vertakkingen, wierachtigen) laat er geen twijfel over bestaan hoe fenomenaal het rif eruit heeft gezien voor het kapotgebombardeerd werd.


Hopelijk gaan de snorkelende en bierdrinkende toeristen zoveel geld opleveren voor de vissers dat ze stoppen met die explosieven...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...