We gingen eerst ikats en batiks shoppen. In Nederland vind ik winkelen ontzettend vervelend. Hier niet. Daarna haalden we onze Filipijnse collega’s op in Kuta, de Costa Brava van Bali zeg maar: een aaneenrijging van bierhijstenten en tatoeageshops. Ik keek mijn ogen uit. Mijn ouders hebben me hier altijd van afgeschermd, maar sommige dingen moet je gezien hebben. Ugh.
[Geen foto's. You'll get the idea...]
En daarna gingen we met ons zessen naar de vismarkt, aan dezelfde kust als Kuta, maar dan enkele kilometers zuidelijker. Stinkende vis, straatkatten, en een wit Balinees strand zonder ook maar één enkele toerist (behalve ik dan met mijn grote witte lijf). Ongelooflijk, zo dichtbij, en een volstrekt andere wereld.
Citra haalde met haar dochter verse vis van de markt: zeebaars, oesters, inktvis, grote garnalen, en aubergine. Ik mocht niet mee, anders zouden de prijzen omhoog gaan, net als vroeger toen ik als wit kindje ook niet met de kokki mee naar de pasar mocht. Onze Filipijnse collega’s mochten alleen mee als ze hun mond dichthielden. Dus ze bleven maar bij mij terwijl Citra en haar kinderen hun slag sloegen.
Toen gingen we die vissen laten roosteren. We bestelden er verse sambals, kangkung en rijst bij en veel servetjes. En kelapa muda: jonge kokosnotenmelk zo uit de vrucht. We vonden een grote tafel onder de bomen bij het strand met uitzicht op vissers die hun netten knoopten. We konden bij de visgrilbalie goed onze handen wassen. En toen konden we aanvallen.
Eten is een krachtige manier om te voelen waar je bent. Ik arriveerde. Ik was waar ik was. Lichamelijk en geestelijk. Verse gegrilde vis in tamarindesaus met verse sambals (mv.) en verse klappermelk kun je nergens anders zo krijgen. De prikkeling van je smaakpapillen, het zweten als een otter van de inspanning van het eten, de warmte en de sambal, afgewisseld met de verkoeling van de klappermelk maakte me aanwezig daar waar ik was: op dat strandje in Bali.
En je eet met je handen. Je trekt het stevige vissenvlees los van de graat (bij voorkeur met verschillende vingers van enkel je rechterhand; je linkerhand is onrein want daar doe je andere dingen mee) en brengt het samen met de sambal en de rijst tussen je vingertoppen naar je mond. Maar je stopt je vingertoppen niet in je mond. En in geen geval stop je een stuk metaal met je eten eraan in je mond. Dat verpest de smaak. Ik klungel nog ontzettend met mijn rechterhand. Maar net als taal kun je oefenen, en ik ben onder vrienden in een veilige omgeving om fouten te maken.
En het eten is echt lekkerder zonder dat metalen bestek in je bek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten