zaterdag 22 juli 2017

Verschroeide aarde

De eilanden Sumba en Timor vallen eigenlijk buiten de Gordel van Smaragd, buiten Insulinde en alle andere koloniale namen die de Nederlanders aan de vulkanische reeks eilanden tussen het Aziatische vasteland en Australië gaven. Sumba en Timor zijn niet vulkanisch; ze lijken geologisch op Australië, de stad Darwin ligt hier nauwelijks meer dan een steenworp vandaan.

Op West-Sumba valt nog wel wat regen, maar Oost-Sumba is een soort woestijn. Eindeloze savannen met af en toe wat grazend vee, stenige zanderige heuvels, kilometerslange leegte, omdat er niet te leven valt. En hitte. Verzengende hitte.

Veehouders branden bovendien geregeld het rode dorre gras af, zodat groen gras op de wat vruchtbaarder as kan gaan groeien als er weer wat regen valt. Maar tot verbijstering van velen doen veel veehouders dat nu ook aan het begin van de droge tijd, waarbij stof en as zich overal verspreiden en de graslanden maandenlang zwartgeblakerd braak liggen.

De armoede is dan ook schrijnend hier. Er is een tekort aan drinkwater, aan voedsel (rijst kan hier niet groeien, en groenten alleen in hoger gelegen geïrrigeerde stukjes land). Mijn West-Sumbanese om sopir vindt Oost-Sumbanezen maar lui. Waar wel water is, wordt niet altijd wat verbouwd. Mensen liggen gewoon alleen maar de hele dag te slapen, moppert hij. Aan grote weg staan vaten met water, die daar op gezette tijden door de overheid neergezet worden. Kinderen lopen vaak zonder schoenen of slippertjes naar school.

Veel dorpen, waaronder die met fameuze ikats en oude gebeeldhouwde graven, zijn afhankelijk van voedselhulp van de overheid. In Pau zagen we behalve de graven van voorname raja’s ook vrachtwagens die armenrijst kwamen brengen.



Desalniettemin werd ik door het dorpshoofd met alle egards ontvangen, werden er cadeautjes uitgewisseld (Citra had voor dat doel een stapel t-shirts uit Yogya bij me achtergelaten toen ze terugging) en moest ik met hem op de foto.
De sirihnoten die ik geserveerd kreeg mocht ik goddank doorgeven aan om sopir Danny, die ze gretig in zijn speciale wangzak stopte en er de hele verdere tocht van genoten heeft. Af en toe het raampje open en “fffrrrrrrt”: een kolossale rode fluim op de weg. Iedereen happy.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...