De eilanden Sumba en
Timor vallen eigenlijk buiten de Gordel van Smaragd, buiten Insulinde
en alle andere koloniale namen die de Nederlanders aan de vulkanische
reeks eilanden tussen het Aziatische vasteland en Australië gaven.
Sumba en Timor zijn niet vulkanisch; ze lijken geologisch op
Australië, de stad Darwin ligt hier nauwelijks meer dan een
steenworp vandaan.
Op West-Sumba valt
nog wel wat regen, maar Oost-Sumba is een soort woestijn. Eindeloze
savannen met af en toe wat grazend vee, stenige zanderige heuvels,
kilometerslange leegte, omdat er niet te leven valt. En hitte.
Verzengende hitte.
Veehouders branden
bovendien geregeld het rode dorre gras af, zodat groen gras op de wat
vruchtbaarder as kan gaan groeien als er weer wat regen valt. Maar
tot verbijstering van velen doen veel veehouders dat nu ook aan het
begin van de droge tijd, waarbij stof en as zich overal verspreiden
en de graslanden maandenlang zwartgeblakerd braak liggen.
De armoede is dan
ook schrijnend hier. Er is een tekort aan drinkwater, aan voedsel
(rijst kan hier niet groeien, en groenten alleen in hoger gelegen
geïrrigeerde stukjes land). Mijn West-Sumbanese om sopir vindt
Oost-Sumbanezen maar lui. Waar wel water is, wordt niet altijd wat
verbouwd. Mensen liggen gewoon alleen maar de hele dag te slapen,
moppert hij. Aan grote weg staan vaten met water, die daar op gezette
tijden door de overheid neergezet worden. Kinderen lopen vaak zonder
schoenen of slippertjes naar school.
Veel dorpen,
waaronder die met fameuze ikats en oude gebeeldhouwde graven, zijn
afhankelijk van voedselhulp van de overheid. In Pau zagen we behalve
de graven van voorname raja’s ook vrachtwagens die armenrijst
kwamen brengen.
Desalniettemin werd
ik door het dorpshoofd met alle egards ontvangen, werden er
cadeautjes uitgewisseld (Citra had voor dat doel een stapel t-shirts
uit Yogya bij me achtergelaten toen ze terugging) en moest ik met hem
op de foto.
De sirihnoten die ik
geserveerd kreeg mocht ik goddank doorgeven aan om sopir Danny, die
ze gretig in zijn speciale wangzak stopte en er de hele verdere tocht
van genoten heeft. Af en toe het raampje open en “fffrrrrrrt”:
een kolossale rode fluim op de weg. Iedereen happy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten