Na meer dan dertig
jaar ben ik weer terug in Bali. Ik word oud – ik heb nog levendige
herinneringen aan de laatste keer in 1985 of 1986. Denpasar, Ubud, de
zuid-oostkust bij Ibu (mevrouw) Oka en Ibu Ida. We huurden dan een
bamboehuisje aan zee (je kon vanaf de veranda zo het strand op lopen)
en mijn broertje en ik sliepen bovenop de vliering waar de matrassen
op de grond uitkeken over de toen nog lege stranden.
Een van de twee
dames (ik weet niet meer welke) hing een uiterst fundamentalistische
vorm van hindoeïsme aan, waarbij bij elke maaltijd allerlei rituelen
uitgevoerd moesten worden. Dat gaf mijn ouders de gelegenheid om ons
duidelijk te maken dat elke religie haar fundamentalistische en
tolerantere verschijningsvormen heeft, hetgeen vandaag de dag in
India nog maar eens bewezen wordt.
Een van de laatste
keren dat we er logeerden, had ik koorts toen we er arriveerden. Ik
mocht alleen jeruk panas zonder suiker drinken en ik mocht niet
zwemmen. Balen! Maar ‘s nachts zag ik vanuit mijn bed een
smokkelactie op zee, met lichtseinen, en bootjes die lading aan land
brachten. Tot op de dag van vandaag schrijft iedereen mijn informatie
toe aan de koorts, maar ik heb het echt gezien. Ik las ook heel veel
De-Vijfboeken toen… Waarschijnlijk waren het vissers.
En dan was er Ubud,
waar we nabij het voormalige onderkomen (Campuhan) van Walter Spies
gehuisvest waren, ook met een privéhuisje voor het hele gezin, dit
keer met uitzicht op de hellingen van een woeste kloof met een rivier
onder ons. Bij het licht van een olielamp speelden mijn moeder en ik
schaak, want elektriciteit was er nog niet. Je kon er alleen komen
via een brug van planken die stapvoets bereden moest worden anders
zakte je er doorheen met de auto, en plank na plank klapperde onder
de wielen bij die telkens weer spannende oversteek. Die brug heet bij
ons thuis nog steeds de Klapperbrug.
Het is een van de
redenen waarom ik niet terug durf naar Ubud. Nu is het een van de
drukst bezochte stadjes van Bali met shopping malls, disco’s,
would-be kunstenaars, niet aflatende yoga- en massagestudio’s en
heel erg veel naarstig shoppende toeristen. Net zoals de stranden nu
vol liggen met bradende getatoeëerde roze lichamen en de zee voor
Sanur vergeven is van de speedbootjes. Daar komt geen smokkelaar meer
doorheen. Toch heb ik nog wel nauwgezet om al die invasies heen
kunnen fotografen. Ook dat kan, in Bali.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten