Vaak wordt gezegd dat
Indonesisch een makkelijke taal is om te leren. Tot op zekere hoogte
is dat zo: geen enkelvoud of meervoud, geen verleden of
tegenwoordige tijd, weinig gebruik van hulpwerkwoorden en
persoonsvormen. Als je een beetje op de woordvolgorde let (en die kan
ik voelen uit mijn kindertijd, daar hoef ik niet echt over na te
denken), dan kom je een heel end met het achter elkaar zetten van een
hoop woorden. Vaak zijn dat ook nog Nederlandse of Engelse woorden.
Alle onderdelen van de auto (persnelling, kopling, nomorplat), abstracte woorden (organisasi,
polisi), checken/mengecek, pienter/pintar, enz.
Dat je zover kunt
komen met wat toch eigenlijk een soort pasarmaleis is, is meteen het
probleem: woorden achter elkaar plakken, al eeuwenlang gebruikt om te
handelen tussen de eilanden van de archipel. Daar word je lui van,
want iedereen begrijpt je toch wel.
Maar om goed
Indonesisch te spreken moet je aan de gang kunnen met het verbuigen
van de woorden door middel van voor- en achtervoegsels. De nuances
van de taal liggen veel meer dan in het Nederlands niet zozeer in het
vocabulaire en de woordkeus, maar in hoe je dat vocabulaire verbuigt.
Dan wordt duidelijk wie wat voor wie en met wat voor intentie doet of
van plan is of heeft gedaan, en welke positie de spreker ten opzichte
van objecten en subjecten inneemt.
Daarmee is het
Indonesisch ook een heel impliciete taal. Intenties, resultaten, standpunten en
plannen worden (althans voor mijn gevoel) niet uitgesproken, maar
gesuggereerd door de soort verbuiging die je gebruikt om iets voor
iemand te doen of juist niet voor iemand te doen, of wel te doen,
maar niet te willen doen, of andersom.
In het Nederlands
heb je dat ook wel – bijvoorbeeld door de verschillen tussen de
woorden wachten, opwachten en verwachten, of zetten, bezetten en
doorzetten, of innerlijk, herinneren en verinnerlijken, – maar het
Indonesisch hangt ervan aan elkaar en als je de verkeerde verbuiging
te pakken hebt dan zeg je heel iets anders dan je bedoelt. Dat maakt de taal enorm subtiel en uiterst complex.
Dat is ook een vorm van op mezelf
teruggeworpen zijn: dat je niet alles verbaal kunt overbrengen, dat
de controle over hoe je begrijpt en begrepen wordt, beperkt is, en dat je moet
zoeken naar andere manieren om duidelijk te maken wat je wel en niet
wilt of van plan bent of hebt gedaan. Dat is zeg maar best wel een dingetje
voor zo’n talig mens als ik...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten