Vanmiddag vlieg ik
naar Yogya. Als ik mijn krappe aansluiting in Denpasar haal. De
vluchten tussen de eilanden in Oost Nusa Tenggara zijn als een
busdienst: ze doen verschillende haltes aan waar sommige
mensen uitstappen en anderen niet omdat ze door moeten naar de
volgende bestemming van het vliegtuig. Mijn vliegtuig komt uit
Kupang, en stopt ook nog in Bajawa voor het van mijn vertrekpunt
Labuan Bajo naar Denpasar gaat.
Ik ben precies 3
weken onafgebroken onderweg geweest; luxe-onderweg met mijn eigen
auto, maar wel onderweg. Ik ben erg moe, de bezienswaardigheden komen
niet echt meer binnen omdat het emmertje vol is.
Maar ondanks de nog
net niet handtastelijke om sopir, het nogal eenzijdige menu van rijst
met vis (heel erg lekkere verse vis trouwens, en inktvis), de niet
altijd schone hotels, en mijn verbale communicatievaardigheden van
een tienjarige voel ik me er nog steeds heel goed bij.
Ik ben tot op grote
hoogte op mezelf aangewezen, en het is fijn om te ontdekken dat ik op
mezelf kan vertrouwen, zowel fysiek als mentaal. Op elke plek waar ik
ben geweest heb ik eigen klein sociaal netwerkje kunnen bouwen –
tijdelijk en oppervlakkig maar wel functioneel en aangenaam.
En van ervaringen
zoals die met om sopir kan ik leren, al was het maar dat ik niet goed
gepositioneerd en uitgerust ben om hiƫrarchische relaties vorm te
geven (hoewel ik dat met studenten eigenlijk wel goed kan…
misschien heeft het iets met de post-kolonie te maken…)
Naast de
overweldigende schoonheid en de even overweldigende vriendelijkheid
van de mensen die ik hier ontmoet heb, heb ik ook veel gezien wat me
niet aanstaat: de behandeling van dieren, van vrouwen, van het
milieu…
Afval wordt hier net
als in mijn Utrechtse woonwijk Lombok gewoon uit het raam op de grond
geflikkerd. Toen ik de visser op zee bij de koralen de laatste
koekjes van mijn pak mariakoekjes aanbood, gooide hij het lege pak zo
overboord de azuurblauwe zee in. Ik zag het rode pakje drijven en
twijfelde of ik er iets van moest zeggen. Als ik het lege pak mee
terug had genomen naar de wal, dan was de prullenbak van de
vissersvrouw hoogstwaarschijnlijk ook linea recta in dezelfde zee
gedumpt.
En met mijn
CO2-voetafdruk van een retourtje Amsterdam-Denpasar, uitgebreid
eilandhoppen per vliegtuig en drie weken lang een eigen auto met
chauffeur ben ik niet echt in de positie om een visser die een
dergelijke CO2-productie in zijn hele leven nog niet zal bereiken de les te lezen over zijn omgang met plastic.
Dus zei ik maar
niets en keek naar de rode verpakking in de azuurblauwe zee tot ik
die niet meer kon zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten