woensdag 5 augustus 2015

Twilight zone



Overal ter wereld vind ik schemering een magisch overgangsmoment: het is niet licht, het is niet donker en wat er wel is, verandert steeds. Bij mij thuis in Utrecht gaan tijdens de schemering de vleermuisjes rond de oude windmolen vliegen waar ik op uitkijk. Hier in Yogya komen de vleermuisjes ook tevoorschijn. En de schemering gaat hier snel. Om 17.45 is het hier nog helemaal licht. Om 18.00 stikkedonker.

De schemeringsmagie wordt hier wel behoorlijk teniet gedaan door de minstens 20 moskeeën die binnen gehoorafstand liggen, en die standaard tussen 17.30 en 18.00 uur elektronisch versterkt  beginnen te blèren, maar nooit tegelijk, zodat je een 20-stemmige, blikkerige, slecht-getimede canon krijgt. Met een soort verder verwrongen doppler-effect.

Dat schijnt tegenwoordig in heel Indonesië zo te zijn (behalve Bali wellicht). Met Arabisch geld verrijst de ene na de andere moskee. Zelfs bij het oude hindoeïstische heiligdom van de Prambanan begon klokke 12 uur ’s middags een oorverdovend geblèr van minstens vijf kanten, dat tot in de binnenste vertrekken van de tempel doordrong.

Ik heb er al vaker over geblogd: muziek (en dit is ook muziek – al zal de muezzin dat niet met me eens zijn) eist ruimte op, oefent macht uit, dwingt je, bezweert. Twee van de vijf momenten per etmaal waarop er wordt opgeroepen tot gebed zijn niet voor niets met zonsopgang en zonsondergang. Dat zijn de spiritueel spannendste momenten – daarom vind ik die momenten ook zo mooi. 

Nooit meer een schemering zonder 20 blikkerig blèrende muezzins  – het is eigenlijk wel zonde (om maar even een toepasselijk idioom te gebruiken).  
Van de week waren we voor het festival bij Djaduk Ferianto op bezoek. Hij heeft midden in een desa een geluidsdichte studio staan waarin hij soms snoeiharde jazzrock met gamelaninstrumenten maakt. Maar in zijn huiskamer kun je elkaar bijna niet meer verstaan wanneer de moskee begint. 

Ik word gestraft, zei Djaduk – ze hebben expres de luidspreker op mijn studio gericht, voor de zondige praktijken die hier plaatshebben. Ik kon niet goed opmaken of het een grap was of een vaststelling. Maar iedereen kon er smakelijk om lachen.

Ik krijg de indruk dat de meeste mensen zich bij de geluidsoverlast neerleggen, zoals wij in Nederland gewend zijn geraakt aan het idee dat je overal in Nederland verkeer kunt horen, en dat je door het vele strooilicht ook bij helder weer nooit meer een spectaculaire sterrenhemel te zien krijgt. Maar vijf keer per dag, zo hard…

Het is misschien een simplistische dichotomie, maar de kunstenaars, intellectuelen, musici en performers die ik in Yogya en Solo tref, laten het tegendeel zien van deze dogmatische en versteende uiting van geloof. Ze identificeren zich he-le-maal niet met de dwingelandij die de muezzins verspreiden, al zijn ze allemaal uitgesproken gelovig. Ze maken voorstellingen die van platgetreden paden afgaan, ze nemen risico’s, ze nemen bestaande praktijken op de hak. Soms vind ik het geslaagd, soms wat minder, maar wat ze bedenken is levend en veranderlijk en open naar de rest van de wereld. 

Ten tijde van de dictatuur, de Orde Baru, toen ik vaak in Yogya was, waren er wellicht 10 keer zo weinig brullende moskeeën, maar dit soort artistieke ondernemingen was ook niet mogelijk. Ik tel mijn zegeningen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...