maandag 10 augustus 2015

Leegte



Vandaag een dag zonder plannen: geen afspraken, geen verplichtingen, geen voorstellingen, nog genoeg tijd om mijn seminar voor donderdag voor te bereiden. Heerlijk, zul je zeggen. Maar ik vind dat altijd een beetje moeilijk. 

Een uurtje met een drankje naast het zwembad liggen is nog lekker, daarna begint het te kriebelen binnen in mij: ‘mis ik niet wat?’, ‘aan de rand van het zwembad zitten kan ik ook in Benidorm doen’, ‘waarom zit ik hier?’, ‘wat zal ik straks eens gaan doen?’ ‘hoe laat is het?’ Nog maar eens op facebook kijken of er iemand wat leuks heeft gepost…

In Nederland lukt het me nog wel me verplicht af en toe te vervelen – het schijnt erg gezond te zijn. Dan komt de berusting dat er nu even niets is na een tijdje vanzelf – overigens moet ik dan ook door nogal wat verzetfases heen, dus dat "vanzelf" is betrekkelijk – en dan vind ik lummelen heerlijk.  

Maar hier in Indonesië is het teveel gevraagd. Het enige wat hier in de buurt komt van vervelen is baantjes trekken. Dat doe ik elke dag een half uur tot een uur en het doet niet onder voor een goede meditatiesessie: een beetje uit mijn hoofd en in mijn lijf en even niet nóg meer prikkels. In Nederland heb ik gelukkig het roeien: dat doet hetzelfde.

En als ik niets te doen heb, kan ik altijd nog gaan bloggen natuurlijk, om de intrinsieke leegte van het menselijk bestaan te verdoezelen. Maarja. Waarover? Onderwerpen genoeg hoor. De naderende herdenking van de onafhankelijkheid van Nederland op 17 augustus. Indonesische eetgewoonten. Mijn ritje door het campuswijkje Bulaksumur vanochtend, waar ik vroeger gewoond heb. Het geluid van fluitende vogeltjes in de prachtige hoteltuin waarin ik elke dag zit te schrijven, dat zich vermengt met het geluid van een sapu (bezem) waarmee de tuin bladvrij wordt gemaakt en het geklets in het Javaans van het hotelpersoneel (koloniale nostalgie – foei). Hoezo leegte?!?!
En er is nog een goed antidotum tegen ervaringen van leegte: shoppen. Met een van mijn leukste jurrrrkjes als modelletje ben ik naar een batikwinkel gefietst en heb twee prachtige batikstoffen uitgezocht die volgende week als twee helemaal voor mij op maat gemaakt jurrrrkjes klaarliggen. Ik weet nu al welke van mijn vrienden ‘Oh neeeee’ roepen, en welke ‘wat leeeuuuuk’. 
B10A
Toen ben ik een rondje Bulaksumur gaan doen. Ik fietste langs het huis waar ik als klein meissie van bijna 3 rondhupte (B10A). Toen langs het wijkje (aan de andere kant van de drukke Jalan Kaliurang) waar ik de laatste keer als puber woonde (N53). 
N53
Ik nam wat foto’s van het huis. Het is bijna onherkenbaar veranderd. De struiken die dienden ter omheining zijn weggehaald, en de helft van de tuin heeft plaatsgemaakt voor een parkeerterrein.
Een vrouw zat voor de deur van de garage en ze zag me dralen. Dat vond ze begrijpelijkerwijs wat vreemd. Ik besloot over mijn verlegenheid heen te stappen en haar te vertellen waarom ik foto’s maakte van dit niet bijster fotogenieke object. 

Ze vond het ontzettend leuk om te horen – dat ik daar bijna 30 jaar geleden eventjes gewoond had. Wie werkte er toen in het huis als nachtwaker en kokkin, wilde ze weten, want dan kon ze het doorgeven aan die mensen. Maar ik wist geen namen meer...

En welke familie was het dan die daar toen woonde? Van Pak Titus, zei ik. Oohhhhhhh, Pak Titus. Natuuuuuuurlijk. Hij is al overleden, zei ik snel. Ach jeetje. Was hij ziek? Ja, erg ziek, zei ik. Heeft u Pak Titus gekend, vroeg ik. Nee, dat had ze niet, maar iedereen wist wie Pak Titus was. Zijn naam was zo vaak gevallen. Ze zou dan maar doorgeven aan de vele mensen die Pak Titus wel hadden gekend, dat hij deze wereld verruild had voor een andere. Ach jeetje, sudah meninggal…

Op zo’n moment ben ik ontzettend trots op mijn vader. En op zo’n moment mis ik hem ook enorm. Ik heb er zelf nooit zo’n oog voor gehad, maar hij was er heel goed in om met veel verschillende mensen contact te maken. Toen hij stierf in het ziekenhuis in Nieuwegein waren verpleegsters en artsen enorm op hem gesteld geraakt: hoe hij verhalen vertelde, over ons sprak, wat hij belangrijk vond in het leven, wat hij leuk vond, en niet leuk…

Ik vroeg naar de naam van de mevrouw – maar vergat die door alle emoties ook meteen weer. En ik gaf mijn naam, en vertelde dat ik de dochter van Pak Titus ben en samenwerk met mensen van het ISI. Ik moest vooral terugkomen, zei ze, en ze maakte een foto van me voor het huis N53, waar ik in 1986 een maand of twee heb gezeten en waarvan ik weinig meer terug herken. 

Misschien wel weer even genoeg ervaringen voor een dag…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...