donderdag 13 augustus 2015

Natiestaat



Al op mijn tocht naar Prambanan, twee weken geleden, werden overal in de dorpjes waar ik doorheen fietste erven opgeruimd, muurtjes geverfd, en veranda’s geschrobd.  Sinds vorige week zijn daar de kleurige vlaggen bijgekomen die elke grote en kleine straat van de stad opsieren.
Mijn straatje is er klaar voor...
De grote dag is nakende: komende maandag 17 augustus is het precies 70 jaar geleden dat de onafhankelijkheid van Indonesië werd uitgeroepen. De Nederlanders werden eruit gezet, al zou dat nog een aantal jaren en een vreselijk aantal mensenlevens kosten.

Toch zullen we (als Nederlanders) maandag eregasten zijn van de Sultan van Yogya, zo heb ik begrepen. (Je moet alleen tot op het laatste moment afwachten of zo’n “afspraak” zich ook echt manifesteert.) Dan mogen we in het gezelschap van Zijne Hoogheid de hele dag de festiviteiten aanschouwen. Ik weet niet zeker of het leuk wordt, interessant in elk geval wel. 

Die festiviteiten omvatten alles van touwtrekken en zaklopen (het lijkt wel Koninginnedag) tot gigantische parades die herinneren aan de militaire dictatuur die Indonesië van 1965 tot 1998 was. Voor die parades wordt ook heel hard geoefend. 
Gefilmd vanuit de langzame becak van vorige week. Alle scholieren moeten meedoen. En reken maar dat je wat nationalistisch elan in je donder hebt als je dit vanaf de kleuterschool tot en met je achttiende hebt moeten doen. Toen ik hier op een kleuterschooltje zat – het zal de late jaren 70 zijn geweest – moesten we ook elke week op maandagmorgen allemaal in het gelid staan, de vlag hijsen en het volkslied zingen. Citra vertelde me dat haar kinderen dat nu ook nog moeten.

Ik had dus eigenlijk verwacht dat de benadering van de natiestaat Indonesië tijdens mijn discussieseminar vanmorgen (over de idealen en problemen van etnomusicologie als discipline) niet zo kritisch zou zijn. Maar dat had ik (gelukkig) verkeerd ingeschat. Het werd een enorm levendige discussie over wat etnomusicologie doet, zou moeten doen, niet zou moeten doen, hoe het zou moeten heten, en wie daar iets over te zeggen hebben. Daarin figureerde de problematische status van Indonesië als natiestaat ook volop. 

We moesten veel problemen overwinnen. Een gigantische gehoorzaal waar ik op een podium moest klimmen is geen ideale discussieruimte. [Foto’s volgen.] En mijn Indonesisch is ongeveer net zo “goed” als het Engels van de meeste studenten. Daartussen gaapte dus ook een fikse begripskloof. Maar met krakende hersens (sjees, was is dat hard werken - je goed uitdrukken in een vreemde taal) en hulp van Henrice en Citra als tolken kwam het toch echt los. Veel standpunten, veel ideeën, veel vragen. Toch focus. En na afloop heel veel studenten die maar wat graag naar Amsterdam willen komen voor vervolgstudie. Wat heb ik toch leuk werk. 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...