zondag 16 augustus 2015

Mercedes



Als Citra en ik samen in de auto ergens naartoe rijden, memoreren we wel eens dat we allebei (deels) in Yogya zijn opgegroeid, in dezelfde tijd – de jaren 80 – dezelfde plekken bezochten en door dezelfde straten reden. Dat we elkaar in theorie best een keer tegengekomen kunnen zijn. En hoe verschillend onze levens desalniettemin waren…

Citra’s ouders hadden het niet breed, maar Citra’s vader was topsporter: een tennisser. Op een goede dag in de jaren 80 won hij een nationale wedstrijd voor Yogya, en de Sultan-Gouverneur was daarmee zo verguld dat hij Citra’s vader een auto schonk: de meest sjieke nieuwe Mercedes-Benz die er op dat moment verkrijgbaar was. 

[Misschien heeft die gewonnen wedstrijd wel de mogelijkheden geschapen voor onze toegang tot de ambtenaren van de Sultan-Gouverneur die ons via Citra geboden zijn. Want die audiĆ«ntie had Citra binnen no time geregeld, en ik vroeg me al af hoe ze dat voor elkaar had gekregen.]

We kwamen op de Mercedes-Benz omdat we een hele oude rode Bis Kota zagen rijden. Dat is de stadsbus die mijn moeder en ik altijd van Bulaksumur naar de stad namen, om boodschappen te doen bij Mirota, of om naar de bibliotheek te gaan van Karta Pustaka waar ze Nederlandse boeken uit de jaren 40 uitleenden die ik kon lezen.

Heel soms zie je nog wel eens zo’n oude bus – rommeldebommel, langzaamaan, met veel loszittende onderdelen en gaten erin. Heeeee, een Bis Kota, riep ik bij Citra in de auto. Daar gingen we vroeger altijd mee naar de stad. En dan staarde iedereen ons aan als we de bus instapten: een Londo (Belanda) in de bus. Alsof ze een spook zagen. Een pesthekel had ik daaraan.

Citra begon te giechelen. Ik heb nog nooit in zo’n bus gezeten, lachte ze, want wij hadden een Mercedes-Benz.

Het was een groot probleem die auto, vertelde ze lachend. Ze hadden helemaal geen plek om een Mercedes ergens te parkeren, want ze woonden veel te bescheiden. Haar moeder was de auto liever kwijt dan rijk, maar haar vader weigerde de auto te verkopen want het was immers een cadeau van de Sultan. De hele familie reed er in rond, en iedereen dacht daarom dat ze rijk waren, maar ze hadden niet eens genoeg geld om nieuw serviesgoed aan te schaffen.

Tot aan de dag van vandaag heeft Citra’s vader de auto – ondanks het feit dat het een stokoud model is geworden en hij volgens Citra stinkt van binnen. Hij figureert wel in elke film die we maken, vertelde ze. En Citra’s vader wil hem ook nog wel eens uitlenen als er iemand gaat trouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...