Terwijl ik vrijdagavond nog rondliep in Yogya’s LGBT-scene,
zat ik zaterdagmiddag keurig kuis op een feestje van een middelbare-schoolvriendin
van Citra die net teruggekeerd was van haar hadj naar Mekka. Daar wordt dan in
het ouderlijk huis een festijn voor aangericht en hoe meer mensen er komen, hoe
beter. Ik was dus ook van harte uitgenodigd.
Zo’n bedevaart naar Mekka kost zo’n 4.000 tot 5.000 euro (is
dus alleen voor welgestelde Indonesiërs weggelegd), vertelde Citra me, hij moet
in 40 dagen afgelegd worden, vlak voor de Ramadan en de wachttijd is tegenwoordig
22 jaar – zoveel Indonesiërs willen de reis maken. Vroeger werden dagelijks via
de radio de namen omgeroepen van de landgenoten die de bedevaart niet hadden
kunnen afmaken omdat ze doodgedrukt waren in de mensenmassa’s rond de Ka’aba. Tegenwoordig
zijn er veiligheidsmaatregelen genomen dus het is iets minder gevaarlijk.
Citra’s vriendin had niet zo lang hoeven wachten – 5 jaar
slechts. Waarom dat was heb ik maar even niet gevraagd. Ze is onderzoeker bij
de vakgroep Economie van de Universitas Gadjah Mada (waaraan ook mijn vader bij
leven verbonden was) en ze komt uit een gegoede familie. Haar broer is een
beroemd schilder.
Dit zijn het soort feestjes dat ik me herinner van mijn kindertijd
in Indonesië. Je komt binnen, begroet iedereen netjes, geeft je cadeautje dat
niet uitgepakt mag worden voor je weggaat, gaat dan zitten, krijgt eten en
drinken dat je niet aan mag raken voordat je daar tenminste 10 keer toe bent
aangespoord en de gastvrouw eerst is begonnen, er wordt wat gekeuveld over
koetjes en kalfjes, en verder niets.
Als kind vond ik dat altijd stomvervelend. Nu, als
nep-antropoloog, kijk ik mijn ogen uit. Het was een feest alleen voor vrouwen.
Er waren alleen twee mannen buiten die met stoelen sjouwden. Van al die vrouwen
– en ze waren met velen – was Citra de enige zonder hoofddoek. En ik
natuurlijk, maar dat telt niet.
En er was wel degelijk wat gaande, want in de woonkamer werd
een preek gegeven door iemand die een pesantren had bezocht (een soort
priester, maar minder gewijd – iedereen die zo’n pesantren heeft bezocht mag
voorgaan) en dat was (natuurlijk) een man, die zijn toehoorsters aanspoorde
vooral ook allemaal op hadj te gaan (à 5.000 euro p.p.).
Citra en ik mochten er in de deuropening bij gaan zitten.
Veel bidden, veel vraag-en-antwoordformules, net als in de kerk, eigenlijk.
Maar zo'n preek duurt wel een uur, en dat betekent dat je er ook gewoon doorheen mag
lullen. Dat deed iedereen dan ook gewoon. Citra en ik maakten plannen voor
morgen – we gaan de Merapi op.
Toen begon de voorganger over Jezus (Isa), een belangrijke
profeet in de Islam. Hij betoogde dat Jezus islamiet was en dat al die
protestanten en katholieken ook gewoon op bedevaart naar Mekka moesten gaan. Dan
zou het helemaal goedkomen met de wereld.
Citra, in haar hoekje bij de deur begon langdurig te grinniken. Ik voelde me nogal opgelaten door haar lachsalvo. De voorganger had
mij duidelijk niet gezien, en ik ga, uiterlijk althans, nog steeds door voor
een orang kristen ten overstaan van al die andere mensen.
Hoe kan hij nou zeggen dat Isa een islamiet is, zei Citra
hoofdschuddend. De Islam ontstond pas 6 eeuwen later. Christenen doen eigenlijk
hetzelfde, zei ik. Zij zeggen dat Jezus een christen was, terwijl dat
Christendom ook pas met Paulus iets is geworden. Gelukkig kon verder niemand onze
conversatie horen.
Terug in de auto zei Citra: dit zijn de mensen die de Islam
een slechte naam geven. Deze man heeft de pretenties om te preken en om anderen
te vertellen hoe ze moeten leven, maar hij kent z’n geschiedenis niet eens. Hij praat gewoon zijn leraar in de pesantren na.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten