Deze bijeenkomst was in elk geval bedoeld voor het Suikerfeest, het einde van de Ramadan. Hier heet het Idul Fitri of Lebaran en het hele land staat op zijn kop. Iedereen gaat naar huis om het breken van de vasten te vieren met en bij familie. Lebaran is eigenlijk een soort resetknop in sociale verhoudingen. Het is het moment waarop je al je bekenden kunt vragen om vergeving voor je onhebbelijkheden (mohon ma’af) en ze het allerbeste kunt wensen om zo weer met elkaar door te kunnen.
We waren eregasten en daarmee ook tentoonstellingsobjecten
als familie van wijlen Bapak Titus. Veel mensen die tussen 08.30 en 09.00
binnen kwamen druppelen, kwamen ons eerst begroeten voordat ze een zitplaats
zochten. Pas toen bijna iedereen zat zagen we dat alle mannen aan de
rechterkant van de zaal zaten en alle vrouwen aan de linkerkant. Christine, die
gevraagd was netjes naast haar echtgenoot te gaan zitten, was de enige vrouw
aan de mannenkant, maar niemand nam daar aanstoot aan. Studenten zaten helemaal
achterin, en hoe ouder/belangrijker de dames en heren hoe verder naar voren.
Wij zaten (ondanks onze leeftijd) op de eerste rij in de meeste comfortabele
stoelen naast alle hoogleraren en decanen.
Wat volgde was een tamelijk bizarre combinatie van inhoudelijke speeches over de geschiedenis van de Faculteit (die ook nog eens 50 jaar bestond), waarin mijn vader ook nog eventjes genoemd werd, islamitische gebeden en gezangen, en een preek van een islamitische schriftgeleerde die zo geestig was dat ie zich kon meten met Hans Teeuwen en Brigitte Kaandorp
Wat volgde was een tamelijk bizarre combinatie van inhoudelijke speeches over de geschiedenis van de Faculteit (die ook nog eens 50 jaar bestond), waarin mijn vader ook nog eventjes genoemd werd, islamitische gebeden en gezangen, en een preek van een islamitische schriftgeleerde die zo geestig was dat ie zich kon meten met Hans Teeuwen en Brigitte Kaandorp
Hij was de enige die zijn publiek stilhield en om de twee
zinnen aan het lachen kreeg. Bij alle andere speeches lulde iedereen er
snoeihard en ongegeneerd doorheen. Ik zat naast een oud-studente van mijn vader
– stevig gesluierd, maar desalniettemin buitengewoon wulps – die mij op haar iPhone alle foto’s van haar
dochters liet zien en een uiterst doeltreffende netwerkster bleek. Ze kende nog wel iemand bij het Institut Seni
Indonesia (de Hogeschool voor de Kunsten, waar musicologie en etnomusicologie
aangeboden worden) en ze zou wel het een en ander aan contacten voor me regelen.
’s Middags al stond de secretaresse van de Faculteit bij ons op de stoep met
telefoonnummers. Shit, nou moet ik nog werken ook…
En toen was er plotseling een uitgebreide lottotrekking!
Anders komen de mensen niet, legde de oud-studente me uit. Stefan en ik (onder
anderen) mochten lotjes trekken en de winnaars mochten op een podium
cadeautjes in ontvangst nemen, en wij konden onze cijfers in het Indonesisch
oefenen. De cadeautjes waren geweldig! Zoals deze koektrommel, die ik na afloop
meekreeg omdat ie over was. Ooit zo’n mooie koektrommel gezien, iemand? Nee toh?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten