vrijdag 23 augustus 2013

Paatjes en non-Paatjes

In de familie van Christine worden typische gewoontes van iemand in familiekring omschreven met diens voornaam en als verkleinwoord. Wij hebben dat hier op reis overgenomen. Als iemand vijf keer terug moet naar z'n hotelkamer omdat ie iets vergeten is, dan zou je dat een "Barbaraatje" kunnen noemen, want dat overkomt mij heel vaak. En het is voor ons ook een manier om mijn vader in onze dagelijkse reiservaringen te betrekken. Hij had genoeg gewoontes die typisch voor hem waren: de goot inrijden omdat hij achterom keek of de anderen er nog wel waren (hoewel dat maar één keer gebeurd is), of onder het eten ketjap knoeien op zijn schoot (dat is talloze malen gebeurd). Als een van ons dat nu doet, dan noemen we dat een Paatje: zoals Pa het gedaan zou hebben.

Maar wijlen mijn goede vader liep natuurlijk niet in zeven goten tegelijk en knoeide ook niet alleen maar ketjap op zijn broek. Wat ook typisch voor hem was, was dat hij altijd van gebaande paden (paadjes) af wilde. "Als je iets wilt zien van de wereld, dan moet je er iets voor over hebben," zei hij altijd als mijn broertje en ik weer eens liepen te klagen over ellenlange wandelingen of smerige hotels. Vroeger had ik een hekel aan die uitspraak, maar nu koester ik hem. Iedereen die met hem rondgereisd heeft weet dat je inderdaad dingen te zien krijgt die je anders nooit gezien zou hebben, zeker in Indonesië waar hij zo thuis was.

De keerzijde daarvan was dat onze reizen voor een groot deel zijn reizen waren. Hij wist waar je moest zijn voor dat ene fantastische uitzichtpunt of die fenomenale wandeling. Hij zou er niet over hebben gepiekerd om een gids in de arm te nemen die hem ging vertellen waar hij heen moest om iets te zien. Mijn moeder heeft besloten dat we dat deze keer wel zouden doen: dat is dus een non-Paatje. En wat een goede beslissing is dat. We komen nu op plekken en paadjes die mijn vader misschien wel ook niet zomaar gevonden had.

Dat komt ook omdat we ontzettende mazzel hebben met het reisbureautje dat we in de arm hebben genomen: Java Travel. Ik kan ze echt aan iedereen aanbevelen. Ze werken met een klein team van organisatoren, chauffeurs, en gidsen en ze leggen zich toe op excursies van de gebaande paden af, maar wel met genoeg comfort. Ze hebben over alles nagedacht, het is allemaal perfect georganiseerd, vooral omdat er veel ruimte is voor eigen inbreng. En ze werken samen met de lokale bevolking die toestaat dat we een kijkje nemen in hun leven.

Tot nog toe hadden we aangegeven naar welke specifieke plekken we wilden, omdat we daar vroeger geweest waren. Ondanks de leuke begeleiding van Ibu Anna op Dieng was het dus nog een beetje mijn vaders "itinerary". Maar vandaag waren we in Solo. Daar ben ik althans nog nooit geweest, dus we hebben gekozen uit hun suggesties voor een dagprogramma.

Soms voelt het raar om in een toeristenrol te kruipen. Met een andong (paard en wagen) naar de stad. Mijn vader had er om gemeesmuild. Zo doen de toeristen dat; wij niet.
 
 
 
Daarna een rondleiding in de Keraton van Solo, daarna weer met de andong, daarna overstappen op klaarstaande fietsen met een topi op. Dat had mijn vader pertinent geweigerd. Het is inderdaad ook geen gezicht.
 
 
Maar op dat fietsje met die topi op onze kaaskoppen hebben we vandaag dingen gezien die we alleen hadden kunnen zien door de goede locale contacten van onze gids. Hij nam ons mee in de locale industrie van de dorpen rond Solo. Bij mensen thuis op hun belakang (achterhuis) wordt van alles geproduceerd, op semi-industriele schaal: tofoe (met soja geïmporteerd uit de VS), karak (rijstekroepoekjes), arak (met een alcoholpercentage van 80%). Mijn vader had het razend interessant gevonden.
[Hier wordt tofu geproduceerd, waarbij de sojabonen tot pap gekookt en daarna in mallen drooggeperst worden.]

[Hier wordt min of meer illegaal arak (hele sterke alcoholische drank) gestookt. Iedereen weet het en als er controles komen, dan worden de producenten even gewaarschuwd.]

Maar het absolute hoogtepunt van de middag (afgezien van het feestmaal dat we na onze fietstocht midden in de desa aangeboden kregen van locale bewoners, en waar onze auto op ons stond te wachten) was de productie van gamelanklokken/gongs.
 

De gongklok van metaal wordt heel erg heet gestookt, tot ie roodgloeiend ziet. Dan wordt ie uit het vuur gehaald en gaan vier mannen met knuppels in elkaar perfect afwisselende synchronisatie op het ding inrammen om het in de juiste vorm, de juiste dikte, en (naar ik aanneem) op de juiste toonhoogte te krijgen. Dan gaat ie weer voor een paar minuten het vuur in. Het is bloedheet op de werkplaats en foto's geven maar een beperkt beeld van het grote vakmanschap van mannen die grote fysieke kracht, muzikaliteit en samenwerkingsvermogen nodig hebben om dit werk te kunnen doen.
Een veel betere indruk van het ritme in de samenwerking, en de klanken (melodieën bijna) die die samenwerking opleverde, geeft dit filmpje:
 
Er heerste nogal een mannensfeer en er werden gierende grappen over ons gemaakt in het Javaans waar we geen woord van verstonden, maar wel een intentie van meekregen. Maar het werd geen moment vervelend. Ik legde in het Indonesisch uit waarom ik zo geïnteresseerd ben in hun werk en ik mocht erbij komen zitten. Toen bleek dat Stefan en Christine een stel zijn, waren de heren er duidelijk op uit om me te imponeren met hun fysieke kracht. Daar ben ik niet ongevoelig voor en dat zal ook best duidelijk geweest zijn. Er werd (pas voor het eerst eigenlijk) gevraagd waar mijn echtgenoot dan was. Dus voor het eerst gebruikte ik mijn smoes dat mijn echtgenoot in Nederland is en helaas niet mee kon komen omdat hij moet werken. Ik heb ze uitgelegd dat hij glaskunstenaar is en een opdracht moest afmaken. Dat vonden ze razend interessant en ik had verder helemaal geen last van ze. Bedankt Emile.

1 opmerking:

  1. Topis met matching turquoise T- shirts ?
    Christine's choice, I presume ?
    ♡ :-) W

    BeantwoordenVerwijderen

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...