donderdag 15 augustus 2013

Dalang


Gisteren, bij de wayang kulitvoorstelling in het Museum Sonobudoyo, kwam ik de dalang tegen bij de toiletten. Ik had 2 biertjes op bij het eten, dus die moesten er nog even weer uit voor de twee-uur-durende voorstelling, en terwijl ik stond te wachten stond hij plotseling voor me: een rijzige oude heer in volle Javaanse klederdracht.

De dalang is de poppenspeler. Hij personifieert de tientallen poppen die in het spel figureren. Hij wekt ze tot leven door al hun verschillende stemmen te spreken, traag, snel, boos, uitgelaten, verdrietig, geniepig; door de poppen te laten bewegen als echte mensen, met al hun krachten en zwakheden; en door de verhalen (uit de Ramayana of Mahabharata) te kunnen vertellen en zingen. Dat vergt natuurlijk een enorm vakmanschap op vele vlakken. Bovendien kunnen de poppen niet zomaar door iedereen tot leven gewekt worden. De dalang heeft daarom mystieke krachten; hij is in staat ze letterlijk te bespelen.

Toen ik hem zag, wist ik gewoon zeker dat hij de dalang was. Hij straalde het uit. Ik groette hem en vroeg in het Indonesisch of hij de poppen bespeelde. (Gelukkig ging één van de lessen in mijn beginnersleerboek Indonesisch over het wayangspel, dus ik wist alle woorden.) ‘Ja’, zei hij. ‘Bent u dan de dalang?’ vroeg ik. ‘Dat klopt’ zei hij, ‘maar ik ben dan ook al heel oud’.  Ik liet hem maar voor gaan bij de toiletten en toen hij terugkwam drukte hij me de hand. Ik voelde me even een nietige wayangpop. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...