maandag 26 augustus 2013

Gedierte


Één van de redenen waarom Indonesië mij als kind zo imponeerde, was de verhoogde prikkeling van mijn zintuigen. Op alle vlakken. De lucht is warm, vochtig en zwaar. De geuren zijn sterker dan in Nederland, de kleuren feller, het licht directer. Het landschap is driedimensionaal in plaats van tweedimensionaal; om ergens te komen moet je niet alleen naar links of rechts, maar ook naar boven of naar beneden. En planten en dieren zijn groter: boomvarens, gras dat zo groot groeit dat de vruchten ervan eetbaar zijn (bananen), reuzeschildpadden, komodovaranen, en… insecten. 

In Yogya had ik in de badkamer al twee keer een kakkerlak gevangen (drinkglas erover heen, papiertje eronder en dan verzuipen in de plee). Wat een held ben ik! En in de werkplaatsen rond Solo liepen ze over de ruggen van de arbeiders. Rotbeesten. Zodra je een suikerkorrel knoeit komen er hordes krioelende mieren op af om het op te ruimen, soms wel 2 cm lang. Niet voor niets is het Indonesische woord voor krioelen (menyemut) afgeleid van het woord mier (semut). 
Net sprong er een (helemaal niet groot maar wel nogal angstaanjagend) roofspinnetje over mijn kaart. Hij heeft een tentakel waarmee hij voelt waar hij is, maar waar hij waarschijnlijk ook zijn prooi mee doodt. Het is een enorme extra ‘arm’, die geheel uit proportie is met de rest van zijn lijfje. Dat maakt hem een beetje griezelig. 

Gisteren trof Stefan een prachtige kameleon in de tuin, een hele grote broer van de hagedisjes die op onze muren leven. Stefan en Christine hebben hun klamboe opgehangen om de muggen van hun lijf te houden. En de bedbugs uit Wonosobo zitten ook nog vers in ons geheugen. Bij elk nieuw hotel check ik voor de zekerheid even de naden van mijn matras. 

Alles groeit gewoon heel goed in de hitte en de vochtigheid. Komen we daarom in de oude hindoetempels die we de afgelopen dagen bezocht hebben zo veel expliciete vruchtbaarheidssymbolen tegen? Fallussen, baarmoeders, masturberende mannetjes, noem ze maar op. Het is niet mijn dirty mind, onze gids legde het expliciet zo uit. 
Candi Cetho met vruchtbaarheidssymbolen aan de poort
Candi Sukuh, het lot van de hoofdpersonen van het verhaal wordt bepaald in de baarmoeder.

Candi Cetho, fallussymbool
Geen bijschrift nodig...

Maar, zo bezwoer hij ons, ‘it is not only about sek [sic!].’ Het gaat ook om meer abstracte menselijke eigenschappen, zoals het uiten en beheersen van verlangens,  trouw zijn, en het eren van de vrouw. De vrouw is machtiger dan de man, zo legde hij ons uit aan de hand van talloze Ramayana- en Mahabharataverhalen die op de tempels afgebeeld staan, want een vrouw kan een man betoveren en in haar ban houden.
Onze gids, Pak Tri, vertelt de verhalen van de Mahabharata.
 

Candi Sukuh, oude hindoeïstische tempel
‘Jaja’, dacht ik bij mezelf, ‘dat is weer leuk gezegd als man in een patriarchale samenleving. Hoe machtig is die vrouw eigenlijk als je kijkt naar deze theereclame?’ Maar dat hield ik maar even voor me.

Zijn opvatting over de vrouwelijke macht over de man kreeg desondanks extra diepte voor me toen ik het volgende bezoek van een bij?/tor?/hommel? aan een uiterst uitnodigende bloem fotografeerde. Hij was reusachtig, wel een centimeter of 10-15 lang. Hij zoemde en bromde en stak elke keer weer ijverig en gretig zijn kopje in de kelk van een bloem die zo gevormd was dat het dier er precies inpaste, alsof ze voor elkaar gemaakt waren. Erg zinnenprikkelend. Is dat enkel mijn dirty mind of is dat een breder gedeeld erotiserend oriëntalisme? 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...