Nadat ik via de chat uitvoerig was bedankt door de student van Citra voor mijn
hulp – die zich nog moet materialiseren, overigens – besloot ik dat het gepast
genoeg was om iets uit te leggen over de Nederlandse sociale conventies. Als
die jongen in Nederland wil studeren, dan zal ie er toch aan moeten wennen.
Je kunt altijd alles aan me vragen, legde ik hem uit, maar
je moet niet schrikken als ik misschien soms nee zeg. Dat is niet omdat ik iets
niet wil doen, maar omdat ik iets niet kan doen. Dan vinden Nederlanders het
handiger om dat te laten weten. Het is geen schande. Het is gewoon zoals het
is. En dan kunnen we samen naar een andere oplossing zoeken.
In dat geval, zei de student na een korte chatstilte, zou ik
u nog één ding willen vragen. Zeg het maar, zei ik. Ik heb geen idee hoe ik u moet
aanspreken, zei de student, en ik kon, ondanks het virtuele medium, voelen dat
hij er erg mee zat. Euh. Tja.
In het Indonesisch is zo’n aanspreekvorm belangrijk omdat je
vaak in de derde persoon naar een gesprekspartner verwijst als je met hem of
haar praat: “Wil Stefan koffie?” vraag je aan Stefan, in plaats van “Wil je
koffie?” In het begin voelt dat nogal kunstmatig. Nu weet ik niet beter meer.
Ik dacht even na voordat ik een boodschap terugchatte. Een
enkele student in Nederland spreekt mij nog wel eens aan met mevrouw Titus,
maar de meesten zeggen gewoon: Ha die Barbara, kun je effe dit of dat voor me
doen? Dienstverleners voor betalende klanten, dat zijn we geworden. En dat is
niet alleen maar afkeurenswaardig – het houdt de machtsverhoudingen een beetje
in evenwicht. Die vind ik in mijn relatie met deze jongen helemaal zoek.
Maar dat vertelde ik hem allemaal niet. Hoe legde ik hem uit
dat we in Nederland helemaal geen etiquette meer hebben? Mijn chatstilte baarde
hem zorgen. Moet ik u aanspreken met Madam? Alsjeblieft niet, dacht ik. Maar
nee zeggen kan niet, dus dat zei ik niet. Mrs? probeerde hij. Hmmm. Ibu? vroeg hij.
Dat is een goede, chatte ik terug. Noem
me maar Bu Barbara.
Ibu of Bu is een neutrale, algemeen gebruikte aanspreekvorm
voor mevrouw, en altijd voor iemand die ouder is (het kan ook moeder
betekenen), dus daar kunnen we ons geen buil aan vallen. Met een keur aan
emoticons werd de opluchting van de student zichtbaar in mijn chatbox.
Maar hoe spreek ik jou dan aan? vroeg ik. Doet er niet toe, chatte
de student meteen terug. Ik ben jonger dan u, dus u kunt me aanspreken zoals u
wilt. Toch wil ik naar jou toe ook graag respectvol zijn, zei ik.
Citra had me al eerder verteld dat Javanen elkaar nooit met
alleen met de naam aanspreken, zelfs niet als ze getrouwd zijn of tegen hun
kinderen praten. Het feit dat ik dat tot nu toe altijd wel deed is mij dus als
vreemdeling al vergeven. Althans, dat hoop ik. Afkeuring zal namelijk nooit geuit
worden.
Wat bij ons ooit het verschil tussen u en je was, bestaat in
een oneindig veel gelaagdere vorm in de derde persoon in de Javaanse cultuur
(want die derde persoon wordt ook als tweede persoon gebruikt). U en je drukt
niet zozeer uit wat je bent, maar drukt de relatie tussen de twee
gesprekspartners uit. Voor sommige mensen ben ik een u, voor anderen een je.
De student legde mij gisteren via de chat uit hoe je met het
kiezen van een aanspreekvorm ook de veranderlijkheid van relaties in acht neemt.
Met een aanspreekvorm druk je ook uit hoe je de relatie voor je ziet en hoe je
hoopt of verwacht dat die zich ontwikkelt qua vertrouwdheid of intimiteit. Om
het allemaal nog wat makkelijker te maken.
Om iemand niet voor het hoofd te stoten kun je een vreemde
man Mas noemen. Mas is de respectvolle aanspreekvorm voor een oudere man, maar
als je iemand niet goed kent, weet je ook niet hoe oud die is, en is het dus
veiliger om hem Mas te noemen, ook als ie jonger is. Een jongere man of vrouw
noem je Dek (naar adik – jonger broertje of zusje), maar onvermijdelijk drukt
zo’n aanspreekvorm een grotere mate van intimiteit uit – je weet dan immers
hoe oud iemand is. Als je dus "op een gegeven moment" voor zo'n aanspreekvorm kiest, veronderstel je die intimiteit en druk je die ook uit naar de ander.
Maar het is mij nog steeds niet duidelijk of ik de student
nu Dek mag noemen. Dat kan te intiem zijn. Ik kreeg geen duidelijk antwoord van
hem toen ik het vroeg, waarschijnlijk omdat het niet aan hem is om dat te
bepalen, maar aan mij, als oudere. Tja. Misschien vraag ik het aan Citra dan…
Het feit dat ik Citra steeds Citra heb genoemd is in elk
geval een faux pas. Iemand geen aanspreekvorm geven, betekent dat je die
persoon geen respect kunt betonen. Daarom zat de student er zo mee hoe hij me
moet noemen. Ik had haar Bu Citra moeten noemen, en nu zijn we echt wel op de
mate van vertrouwdheid van Mbak Citra of Mbak Barbara. Mbak is de aanspreekvorm
voor een oudere zus. Die kun je, net als Mas, ook gebruiken voor een vreemde,
om gegarandeerd respectvol te zijn. Strikt genomen zou ik haar ook Dek kunnen
noemen, want ze is in jaren jonger dan ik, maar ze is wel moeder van twee
kinderen en ik ben nog vrijgezel. Dus Mbak is veiliger denk ik, al zei de
student dat Dek meer vertrouwdheid uitdrukt in een vriendschap.
Het kiezen van een aanspreekvorm als reflectie van je
verwachtingspatroon van een relatie. Doodeng vind ik het…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten