vrijdag 31 juli 2015

Aanspreekvorm


Nadat ik via de chat uitvoerig was  bedankt door de student van Citra voor mijn hulp – die zich nog moet materialiseren, overigens – besloot ik dat het gepast genoeg was om iets uit te leggen over de Nederlandse sociale conventies. Als die jongen in Nederland wil studeren, dan zal ie er toch aan moeten wennen.

Je kunt altijd alles aan me vragen, legde ik hem uit, maar je moet niet schrikken als ik misschien soms nee zeg. Dat is niet omdat ik iets niet wil doen, maar omdat ik iets niet kan doen. Dan vinden Nederlanders het handiger om dat te laten weten. Het is geen schande. Het is gewoon zoals het is. En dan kunnen we samen naar een andere oplossing zoeken. 

In dat geval, zei de student na een korte chatstilte, zou ik u nog één ding willen vragen. Zeg het maar, zei ik. Ik heb geen idee hoe ik u moet aanspreken, zei de student, en ik kon, ondanks het virtuele medium, voelen dat hij er erg mee zat. Euh. Tja. 

In het Indonesisch is zo’n aanspreekvorm belangrijk omdat je vaak in de derde persoon naar een gesprekspartner verwijst als je met hem of haar praat: “Wil Stefan koffie?” vraag je aan Stefan, in plaats van “Wil je koffie?” In het begin voelt dat nogal kunstmatig. Nu weet ik niet beter meer. 

Ik dacht even na voordat ik een boodschap terugchatte. Een enkele student in Nederland spreekt mij nog wel eens aan met mevrouw Titus, maar de meesten zeggen gewoon: Ha die Barbara, kun je effe dit of dat voor me doen? Dienstverleners voor betalende klanten, dat zijn we geworden. En dat is niet alleen maar afkeurenswaardig – het houdt de machtsverhoudingen een beetje in evenwicht. Die vind ik in mijn relatie met deze jongen helemaal zoek. 

Maar dat vertelde ik hem allemaal niet. Hoe legde ik hem uit dat we in Nederland helemaal geen etiquette meer hebben? Mijn chatstilte baarde hem zorgen. Moet ik u aanspreken met Madam? Alsjeblieft niet, dacht ik. Maar nee zeggen kan niet, dus dat zei ik niet. Mrs? probeerde hij. Hmmm. Ibu? vroeg hij. Dat is een goede, chatte ik terug.  Noem me maar Bu Barbara. 

Ibu of Bu is een neutrale, algemeen gebruikte aanspreekvorm voor mevrouw, en altijd voor iemand die ouder is (het kan ook moeder betekenen), dus daar kunnen we ons geen buil aan vallen. Met een keur aan emoticons werd de opluchting van de student zichtbaar in mijn chatbox.

Maar hoe spreek ik jou dan aan? vroeg ik. Doet er niet toe, chatte de student meteen terug. Ik ben jonger dan u, dus u kunt me aanspreken zoals u wilt. Toch wil ik naar jou toe ook graag respectvol zijn, zei ik. 

Citra had me al eerder verteld dat Javanen elkaar nooit met alleen met de naam aanspreken, zelfs niet als ze getrouwd zijn of tegen hun kinderen praten. Het feit dat ik dat tot nu toe altijd wel deed is mij dus als vreemdeling al vergeven. Althans, dat hoop ik. Afkeuring zal namelijk nooit geuit worden. 

Wat bij ons ooit het verschil tussen u en je was, bestaat in een oneindig veel gelaagdere vorm in de derde persoon in de Javaanse cultuur (want die derde persoon wordt ook als tweede persoon gebruikt). U en je drukt niet zozeer uit wat je bent, maar drukt de relatie tussen de twee gesprekspartners uit. Voor sommige mensen ben ik een u, voor anderen een je. 

De student legde mij gisteren via de chat uit hoe je met het kiezen van een aanspreekvorm ook de veranderlijkheid van relaties in acht neemt. Met een aanspreekvorm druk je ook uit hoe je de relatie voor je ziet en hoe je hoopt of verwacht dat die zich ontwikkelt qua vertrouwdheid of intimiteit. Om het allemaal nog wat makkelijker te maken.  

Om iemand niet voor het hoofd te stoten kun je een vreemde man Mas noemen. Mas is de respectvolle aanspreekvorm voor een oudere man, maar als je iemand niet goed kent, weet je ook niet hoe oud die is, en is het dus veiliger om hem Mas te noemen, ook als ie jonger is. Een jongere man of vrouw noem je Dek (naar adik – jonger broertje of zusje), maar onvermijdelijk drukt zo’n aanspreekvorm een grotere mate van intimiteit uit – je weet dan immers hoe oud iemand is. Als je dus "op een gegeven moment" voor zo'n aanspreekvorm kiest, veronderstel je die intimiteit en druk je die ook uit naar de ander.

Maar het is mij nog steeds niet duidelijk of ik de student nu Dek mag noemen. Dat kan te intiem zijn. Ik kreeg geen duidelijk antwoord van hem toen ik het vroeg, waarschijnlijk omdat het niet aan hem is om dat te bepalen, maar aan mij, als oudere. Tja. Misschien vraag ik het aan Citra dan…

Het feit dat ik Citra steeds Citra heb genoemd is in elk geval een faux pas. Iemand geen aanspreekvorm geven, betekent dat je die persoon geen respect kunt betonen. Daarom zat de student er zo mee hoe hij me moet noemen. Ik had haar Bu Citra moeten noemen, en nu zijn we echt wel op de mate van vertrouwdheid van Mbak Citra of Mbak Barbara. Mbak is de aanspreekvorm voor een oudere zus. Die kun je, net als Mas, ook gebruiken voor een vreemde, om gegarandeerd respectvol te zijn. Strikt genomen zou ik haar ook Dek kunnen noemen, want ze is in jaren jonger dan ik, maar ze is wel moeder van twee kinderen en ik ben nog vrijgezel. Dus Mbak is veiliger denk ik, al zei de student dat Dek meer vertrouwdheid uitdrukt in een vriendschap. 

Het kiezen van een aanspreekvorm als reflectie van je verwachtingspatroon van een relatie. Doodeng vind ik het…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...