Ik verwachtte het zwembad dan voor me
alleen te hebben – welke toerist wil nu om 6 uur opstaan? – maar ik had niet
gerekend met de Indonesische gasten. Dat is meteen zo leuk aan dit hotel. Er
zitten orang asing (buitenlanders), maar nog veel meer Indonesiërs; hele grote
families: ooms, tantes (die worden hier ook zo genoemd), oma’s, opa’s en hopen
giechelende kindertjes met speelgoedpistooltjes en mobiele telefoons met de
laatste Indonesische hits.
Die families (elke dag weer een nieuwe tot nu toe) zitten bij voorkeur om 6 uur met nasi goreng te
ontbijten bij het zwembad. Zonder er een teen in te steken overigens. Ik vraag
dan even of ik mag komen zwemmen. Tuuuuuurlijk mag ik komen zwemmen, en ik
spreek nog Indonesisch ook – waar heb ik dat geleerd? En als ik dan ook nog
vertel dat ik in Yogya heb leren zwemmen is het helemaal goed.
Maar ik voel me
dan toch nogal bekeken: reusachtige witte vrouw die borstcrawlt.
Fa-sci-ne-rend. Alle ooms, tantes, kromgebogen omaatjes, nichtjes en neefjes
staan op een rijtje te kijken.
En dat terwijl ik gisteren een feestje had. Citra was jarig
en had een aantal vrienden uitgenodigd. En omdat ze onthouden had dat ik zo van
sate kambing (saté van geitenvlees) houd, had ze dat gemaakt! Ik blij dat ik
veel oleh-oleh (cadeautjes die je meeneemt als je van ver komt) uit Nederland
had meegenomen.
Citra heeft een prachtig huis aan de rand van Yogya, dicht
bij de rijstvelden, met een binnenvijver met een fonteintje en vissen, en een
prachtige bibliotheek op een vliering waar je achter de reling op een matje op
de vloer omringd door boekenkasten rustig kan zitten lezen. Nietzsche, Foucault
en Deleuze staan er allemaal in het Indonesisch. En Citra heeft ze nog allemaal
gelezen ook, in tegenstelling tot ikzelf: ik rommel die kennis bij elkaar via
secundaire literatuur en het scannen van losse hoofdstukken. Maar ik wist nog
wel genoeg om Citra en Koes te vragen wat een Body without Organs in het
Indonesisch is.
De hele avond waren de discussies weer behoorlijk politiek
van aard, net als in de auto, de dag ervoor. Over de president, Jokowi, die er
een rommeltje van maakt, net als de Grieken, en over de islamitische puristen
die steeds vaker aanhangers van de Islam Ramah (de vriendelijke, syncretische
Javaanse Islam) lastigvallen.
Mijn gespreksgenoten waren zonder twijfel
vertegenwoordigers van de laatste groep. Citra is islamitisch, maar draagt geen
sluier en bij binnenkomst in haar huis loop je eerst tegen een grote afbeelding
van de hindoeïstische olifantengodheid Ganesha op. Maar toen ik vertelde dat ik gehoord had dat
interreligieuze huwelijken binnenkort niet meer mogen, vond niemand dat een
probleem. Wat voor geloof geef je je kind anders? Ik heb nog niet de verbale
vermogens om daar over in discussie te gaan, maar het verbaasde me wel.
Misschien denk ik als agnost te zwaar over bekering…
De verjaardag was ook een vergaderingetje, want er werden
plannen gesmeed voor een nieuwe film van Koes: over een
poppenspeler en poppen die tot leven komen. Ik vertelde hem over Petroesjka van
Stravinsky en we bekeken delen van het ballet op YouTube. Dat vond hij
geweldig. Morgen gaan ze locaties scouten voor de film in de Gunung Kidul – en
ik mag mee. Joepie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten