zondag 26 juli 2015

Body



Om mijn lichaam een beetje te helpen wakker te zijn als het licht is en te slapen als het donker is, sta ik elke morgen om 6 uur op om te gaan zwemmen in het zwembadje van het hotel. Het is dan net licht (schemering duurt in Indonesië niet langer dan een kwartier) en ik kan in het zwembad diagonaal net een baantje van 8 slagen zwemmen.

Ik verwachtte het zwembad dan voor me alleen te hebben – welke toerist wil nu om 6 uur opstaan? – maar ik had niet gerekend met de Indonesische gasten. Dat is meteen zo leuk aan dit hotel. Er zitten orang asing (buitenlanders), maar nog veel meer Indonesiërs; hele grote families: ooms, tantes (die worden hier ook zo genoemd), oma’s, opa’s en hopen giechelende kindertjes met speelgoedpistooltjes en mobiele telefoons met de laatste Indonesische hits. 

Die families (elke dag weer een nieuwe tot nu toe) zitten bij voorkeur om 6 uur met nasi goreng te ontbijten bij het zwembad. Zonder er een teen in te steken overigens. Ik vraag dan even of ik mag komen zwemmen. Tuuuuuurlijk mag ik komen zwemmen, en ik spreek nog Indonesisch ook – waar heb ik dat geleerd? En als ik dan ook nog vertel dat ik in Yogya heb leren zwemmen is het helemaal goed. 

Maar ik voel me dan toch nogal bekeken: reusachtige witte vrouw die borstcrawlt. Fa-sci-ne-rend. Alle ooms, tantes, kromgebogen omaatjes, nichtjes en neefjes staan op een rijtje te kijken. 

En dat terwijl ik gisteren een feestje had. Citra was jarig en had een aantal vrienden uitgenodigd. En omdat ze onthouden had dat ik zo van sate kambing (saté van geitenvlees) houd, had ze dat gemaakt! Ik blij dat ik veel oleh-oleh (cadeautjes die je meeneemt als je van ver komt) uit Nederland had meegenomen. 

Citra heeft een prachtig huis aan de rand van Yogya, dicht bij de rijstvelden, met een binnenvijver met een fonteintje en vissen, en een prachtige bibliotheek op een vliering waar je achter de reling op een matje op de vloer omringd door boekenkasten rustig kan zitten lezen. Nietzsche, Foucault en Deleuze staan er allemaal in het Indonesisch. En Citra heeft ze nog allemaal gelezen ook, in tegenstelling tot ikzelf: ik rommel die kennis bij elkaar via secundaire literatuur en het scannen van losse hoofdstukken. Maar ik wist nog wel genoeg om Citra en Koes te vragen wat een Body without Organs in het Indonesisch is.

De hele avond waren de discussies weer behoorlijk politiek van aard, net als in de auto, de dag ervoor. Over de president, Jokowi, die er een rommeltje van maakt, net als de Grieken, en over de islamitische puristen die steeds vaker aanhangers van de Islam Ramah (de vriendelijke, syncretische Javaanse Islam) lastigvallen. 

Mijn gespreksgenoten waren zonder twijfel vertegenwoordigers van de laatste groep. Citra is islamitisch, maar draagt geen sluier en bij binnenkomst in haar huis loop je eerst tegen een grote afbeelding van de hindoeïstische olifantengodheid Ganesha op. Maar toen ik vertelde dat ik gehoord had dat interreligieuze huwelijken binnenkort niet meer mogen, vond niemand dat een probleem. Wat voor geloof geef je je kind anders? Ik heb nog niet de verbale vermogens om daar over in discussie te gaan, maar het verbaasde me wel. Misschien denk ik als agnost te zwaar over bekering…

De verjaardag was ook een vergaderingetje, want er werden plannen gesmeed voor een nieuwe film van Koes: over een poppenspeler en poppen die tot leven komen. Ik vertelde hem over Petroesjka van Stravinsky en we bekeken delen van het ballet op YouTube. Dat vond hij geweldig. Morgen gaan ze locaties scouten voor de film in de Gunung Kidul – en ik mag mee. Joepie!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

SARS‑CoV‑2 revisits

Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken.  Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...