dinsdag 28 juli 2015

Geland



Mag ik jullie mijn nieuwe vriend voorstellen? Hij zal sommigen van jullie wel bekend voorkomen.
Erg geschrokken? Vrees niet – iedereen met wie ik hier omga heeft keurige gezinnen met bijna volwassen kinderen, dus ik kom niet nog eens thuis met een exotisch type dat mijn hart breekt. Ik ben helemaal tevreden met mijn imaginary friend Semar. Hij is geen schoonheid, maar uiterlijk bedriegt, want hij is wel een van de machtigste en meest wijze goden van Java, en ik ben ervan overtuigd dat dat zo is omdat hij humor heeft, want hij is ook een clown.

Terwijl Citra de foto van mij en Semar gierend van de lach maakte, was Koes in gesprek met meester-poppenmaker Sujiman van deze werkplaats in het dorpje Kerajinan Kayu in de Gunung Kidul, nabij de stad Wonosari. 
De hoofdrolspelers voor zijn film, een aantal prachtige poppen die hij hier innig bij zich draagt, moeten eerst opgelapt worden en de meester-poppenmaker kon dat klusje wel klaren. Hij heeft een winkel met maskers voor wayang topeng, en hij maakt ook poppen voor wayang golek. Een aantal vrouwen zat in zijn werkplaats aan een stuk door fijngesneden beeltenissen te schuren, tot het hout zijdezacht aanvoelt. Dan wordt het geverfd. 
Alle gesprekken gingen in het Javaans, een volstrekt andere taal dan het Indonesisch, en daar snap ik echt geen barst van. Veel mensen in de werkplaats vonden dat raar. Als ik Indonesisch kan, kan ik toch ook wel Javaans? Dat is veel makkelijker. Het deed me denken aan mijn vrienden in Zuid-Afrika, die me maar bleven verzekeren dat Zoeloe makkelijk is om te leren, terwijl het voor mij de moeilijkste taal is die ik ooit heb geprobeerd te leren. En het wees me er wederom op hoezeer bekendheid met een (tweede of derde) taal je blik op de wereld bepaalt.

Toch kon ik wel een beetje volgen hoe het bezoek verliep. Eerst praten over de poppen, kijken wat er moet gebeuren, vragen waar ze vandaan komen (de marionet op Koes' rechterarm, links voor de kijkers, komt uit Myanmar en zijn hoofd moet rechtgezet worden), dan een kopje thee in het winkeltje met heeeeeeel veel suiker, dan alle gemeenschappelijke kennissen en collega’s doornemen. Dan de order plaatsen, handgeschreven in een schrift met een harde kaft met batikpatronen. Dan onderhandelen over de prijs en de levering. Dan nog meer thee, nog meer gemeenschappelijke kennissen doornemen en kinderen van vrienden die óók studeren waar Koes drama doceert (het ISI). Zo waren we de hele middag zoet, maar ik heb me geen moment verveeld.
 
 
 


 
We zijn in de loop van de middag weer teruggereden door de heuvels naar Yogya, met gesprekken over de Bersiap, de coup van 1965, de treinkapingen door Molukkers in Nederland in de jaren 70. Moeilijk om zulke gesprekken te voeren, om talige en andere redenen, maar ontzettend waardevol ook - er is zoveel wat we van elkaar niet weten.
We sloten de dag af met een avondmaaltijd van mie goreng aan de kant van de weg bij een kaki lima (letterlijk: vijfvoeter – rijdend eetkarretje). Ik ben helemaal geland in Yogya. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...