vrijdag 20 juli 2018

Retorika Indonesia

Het boek is af, althans voorlopig - na de peer review zal er wel weer wat aan moeten voor het gepubliceerd wordt. Het is een doorlopend betoog, teruggebracht van bijna 160.000 woorden naar 97.000 (zeg maar van 400 pagina's naar 250). Veel voorbeelden zijn eruit, en veel herhalingen van argumenten zijn eruit. Het is ongelooflijk veel beter leesbaar geworden. Goed advies van mijn uitgever: eerst inkorten, dan kijken we verder.

Ik zag vorige week al dat ik niet de geplande 2 dagen per hoofdstuk, maar slechts 1 dag per hoofdstuk nodig had om het boeltje recht te trekken. Wat zou ik daarna eens gaan doen, met vier weken Yogya? Redigeren is leuk, maar voor je het weet dijt zo'n boek weer uit. Ik moet vooral niet teveel tijd hebben voor iets. En van de gedachte dat ik vier weken vakantie zou moeten houden werd ik een beetje zenuwachtig. Ik kan daar nu eenmaal niet zoveel mee. 

Ik wil al heel lang eens goed Indonesisch leren, niet dat pasarmaleis dat ik nu vloeiend maar slordig bij elkaar rommel. Bij de Universitas Gadjah Mada geven ze taalcursussen aan bezoekende studenten en onderzoekers. Ik ken de universiteit goed want mijn vader was er jarenlang aan verbonden als gastdocent, hetgeen de reden was dat ik de eerste tien jaar van mijn leven drie maanden per jaar op Bulaksumur, de universiteitscampus, doorbracht. Het wijkje is eigenlijk een soort van thuis.

Dus ik mailde het taalcentrum van de uni met de vraag of ik een individuele intensieve cursus zou kunnen doen - ik heb immers alle tijd van de wereld. Wanneer ben ik nou weer eens vier weken in Yogya zonder veel om handen?

Dat kon. Het kost een lieve duit, maar dan heb je ook iets leuks: ik kon meteen deze week beginnen en ik heb drie privédocenten tot mijn beschikking: een voor schrijven en grammatica, een voor lezen en vocabulaire, en een voor luisteren en converseren. Alle docenten zijn afgestudeerde of gepromoveerde taalkundigen. Ik krijg 15 uur per week les plus nog een tutorial van 2 uur per week met een bijna afgestudeerde MA-student Engels, met wie ik kan oefenen.

Maandag moest ik een plaatsingstest doen en op basis daarvan werd ik ingedeeld op het eennahoogste niveau (beginnend-gevorderd). Dat verbaasde me nogal, want ik vind zelf dat ik de taal nogal beroerd beheers, maar bij het taalcentrum krijgen ze veel mensen binnen die helemaal bij nul moeten beginnen, natuurlijk, dus dat verklaart het wel. 

Tot nog toe ben ik erg tevreden. Het is erg degelijk en erg activerend. De docenten spreken geen woord Engels met me (al kunnen ze het wel). Alles wat ik niet snap leggen ze uit in het Indonesisch. Bij mijn allereerste conversatieklas vanmorgen werd ik gewoon zelf voor de klas gezet (een lege natuurlijk, behalve mijn docent) om in het Indonesisch een college te beginnen. Dat nam hij op met zijn telefoon en daar krijg ik volgende week gedetailleerde feedback op. 

Het culturele aspect is ook veel leuker dan ik dacht. In mijn hubris ging ik ervan uit dat ik dat niet echt nodig heb, maar niets is minder waar. Als je in Indonesië een lezing of een college begint, dan moet je weten hoe je je publiek begroet, aanspreekt, en hoe je vervolgens je autoriteit als docent bevestigt door jezelf zowel inhoudelijk voor te stellen als op een nette, passende manier een saamhorigheidsgevoel te kweken tussen jou en het publiek. In Europa zijn we gewend dergelijke plichtplegingen tot een minimum te beperken; je biootje kunnen de aanwezigen wel in het conferentieboekje lezen, maar hier rust je autoriteit op de manier waarop je zo'n inleiding vormgeeft.

Die is opgebouwd uit vaste onderdelen, waarmee je kan spelen en variëren - het is eigenlijk net componeren - zoals de juiste aanspreekvormen en begroetingen voor de juiste mensen, je naam, achtergrond, opleiding, werkervaring, maar ook, bijvoorbeeld, hoe mooi, nieuw, belangwekkend, indrukwekkend de plek of het evenement is waar je mag spreken, hoe dankbaar je degenen bent die jou daartoe in staat hebben gesteld. Dat zijn niet per definitie lege woorden of formules, je kunt ze vormgeven met wat je werkelijk motiveert om te doen wat je op dat moment aan het doen bent en wat je bindt aan de plek waar je dat staat te doen. En je moet er de tijd voor nemen. 

Die inleiding moest ik dus oefenen, maar ik dwaalde tijdens mijn biografie af naar mijn onderzoeksonderwerp, maskanda, en toen mijn 5 minuten op waren vroeg mijn docent ironisch: was dit de inleiding of het college? Het wees me weer op iets wat ik al weet: ik vind het moeilijker om over mezelf te praten dan over mijn onderzoek. "Maar waarmee je je publiek warm kan maken," zei mijn docent, "is dat je hier drie huizen verderop bent opgegroeid en dat je vader hier geboren is. Dát willen mensen horen. Dan hangen ze daarna aan je lippen." Er is zelfs een omschrijving voor in het Indonesisch: teknik menjadi sesama - saamhorigheidstechnieken. Leuk toch, die ouderwetse retorica. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...