vrijdag 6 juli 2018

Papua Merdeka

Op de terugweg van een zoektocht naar marmite (vergeefs - zelfs bij Mirota Kampus hadden ze het niet en dat is een heel eind vanuit Bantul), stuitte ik in Yogya op een heuse demonstratie. Midden op het kruispunt waar de immer overladen Jl. Malioboro zijn verkeerstromen vlak voor de keraton links en rechts uitspuwt langs het hoofdpostkantoor en het hoofdkantoor van de Bank Indonesia.

Daar stond een handjevol mensen uit Papoea in een cirkel midden op het kruispunt met een spandoek en een megafoon, met ongeveer evenzoveel Indonesische politieagenten ernaast, en bussen, auto's en brommers die er omheen raasden.

In de Indonesische provincie Papua (voorheen Irian Jaya) worden al decennia de mensenrechten grof geschonden, Papoea's worden in de rest van Indonesiƫ systematisch gediscrimineerd en de rijkdommen van het land komen in maar heel beperkte mate ten goede aan de plaatselijke bevolking. Ik weet dat omdat mijn moeder zich er al even zovele decennia mee bezig houdt en ik wel eens ballingen uit Papoea spreek die in mijn Utrechtse wijk Lombok wonen.

Ik stond voor het stoplicht te wachten en zag meteen dat het een demonstratie voor een vrij Papoea was. Ik stopte bij de cirkel mensen en liet het verkeer langs me razen en er kwam al snel een jongen op me af die me in het Engels vroeg wat ik wilde. Hij was zo te zien geen Papoea, maar hoorde duidelijk bij de demonstranten. 

Ik antwoordde in het Indonesisch dat ik op de hoogte ben van de situatie in Papoea en dat ik het geweldig vond dat ze hier zo stonden te demonstreren. Hij legde me uitvoerig uit dat dit studenten zijn die in Yogya studeren en aandacht vragen voor de situatie in hun land. Toen vroeg hij me of ik misschien ook iets wilde zeggen in het midden van de kring, maar dat durfde ik niet. Het is bovendien dankzij het koloniale verleden van mijn land dat Indonesiƫ aanspraak heeft gemaakt op Papoea, dus ik vond ook niet dat ik recht van spreken had. Dat begreep hij wel.

Intussen hield een jonge meid in het midden van de cirkel een vurig betoog voor een onafhankelijk Papoea, ze stak haar linkervuist in de lucht en schreeuwde "Papua Merdeka!!!" (Papoea moet vrij!) in de megafoon. "Papua Merdeka" schreeuwden de aanwezigen in koor terug. Ik had de hele dag aan mijn anti-koloniale boek over Zuid-Afrika zitten schrijven, waar de geheven linkervuisten ook nooit ver weg zijn. Al spoedig stond ook ik met mijn linkervuist in de lucht Papua Merdeka te roepen.

Mag ik wat foto's maken, vroeg ik de aanwezigen, dan kan ik ze naar mensenrechtenorganisaties in Nederland sturen. Dat vond iedereen goed. En toen had ik binnen een paar seconden een plitieagent aan mijn staart hangen.

Hij stelde zich uiterst beleefd voor in  het Engels en schudde me de hand; ik nam de uitgestoken hand aan en groette uiterst beleefd terug in het Indonesisch met een aanspreekvorm die ik normaal alleen voor oudere heren reserveer (bapak), terwijl deze jongen zeker 10 jaar jonger was dan ik. 

Hij vroeg me - heel beleefd, maar vooral ook heel vriendelijk - te stoppen met foto's maken. Ik speelde dommertje: "waarom mag dat niet?" "Ze mogen niet gepubliceerd worden", zei hij. "Dat begrijp ik niet", zei ik. "Het is hier toch een vrij land? Deze mensen mogen demonstreren, dan mogen er toch ook foto's van gemaakt worden?" "Ze hebben aspiraties die niet goed zijn," zei de plitieagent. "Maar als ze die aspiraties mogen uiten, mag ik er toch ook foto's van maken?" zei ik.

Ik merkte dat ik boos werd. "Rustig aan, Bar", dacht ik bij mezelf. "Je hebt misschien al genoeg gedonder aan je broek met die roomblanke geheven linkervuist van je daarnet. Ik wil mijn telefoon niet kwijt en ik wil bovendien ook nog wel eens kunnen terugkomen in dit land." Ik borg mijn camera weg. 

Terwijl ik eerst nauwelijks betrokkenheid van de demonstranten had gevoeld, behalve van de jongen die me alles uitgelegd had, kwamen nu steeds meer demonstranten om ons heen staan. Het was duidelijk dat ik niet zomaar een nieuwsgierige toerist was. Maar de plitieagent liet zich niet uit zijn tent lokken. Hij bleef ongelooflijk vriendelijk; hij is ongetwijfeld geslaagd voor z'n cursus de-escalatietechnieken, of hij is gewoon heel Javaans. Hoe beleefder en vriendelijker een gesprek op Java, hoe meer je op je hoede moet zijn. Ik weet niet meer waar ik die koloniale wijsheid vandaan heb, maar ik weet het al heel lang. 

Hij stak nogmaals zijn hand uit; we groeten elkaar en ik vertrok, maar niet nadat ik de demonstranten had gezegd dat ik in Nederland zal vertellen dat er in Yogya voor een vrij Papoea gedemonsteerd wordt. De foto's post ik dus ook niet, want ik wil de demonstranten niet in de problemen brengen, maar ik stuur ze wel subiet naar mijn moeder. Gna. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...