donderdag 7 juli 2022

Huisgenoot

Enkele dagen geleden ben ik verhuisd naar een iets kleiner appartement zonder zwembad, waar ik de rest van de maand kan blijven. Het nog steeds heerlijk ruim, met een fenomenaal uitzicht vanaf een even schaduwrijke veranda met planten en goudvissen in open water die de muggeneitjes opeten (ik heb hier aan de rand van de sawah minder last van muggen dan thuis op de van Riebeeckstraat). 

Mijn gastheer is ook een goede vriend geworden sinds ik in 2018 10 weken lang in een ander beeldschoon B&B van hem mijn boek afschreef. Gedurende de pandemie heeft hij de appartementen aan de rand van de sawah's met ongelooflijk veel stijl opgezet. 

In traditionele Javaanse joglo stijl, met een kernhuis met puntdak in het midden en een even brede veranda met een vlakker aflopend dak ernaast of eromheen. Alle daken hebben rode pannen en gevlochten bamboematten daaronder als plafond. 
Het kernhuis met slaapkamer is afsluitbaar (met airco) en de veranda met huiskamer en keuken is open: je bent binnen, onder dak tegen regen en wind, maar ook buiten, want zonder muren met vrij uitzicht. 
Een van de implicaties is dat dieren vrij in en uit kunnen lopen, als ze over of door de vissenbak heen kunnen. Kikkers kunnen dat, hagedissen, slangen ook, al zijn sawahslangen volgens Mas Ali meestal niet gevaarlijk. Kikkers zie ik dan ook geregeld. Aan gekko's zoals tjitjaks (cecak) en tokès (tokek) ben ik sowieso helemaal gewend. Die horen bij elk huis en ze eten insecten. Ze maken specifieke geluiden die ik ervaar als thuis - ik zou iets missen als ze er niet zouden zijn.

Ook kikkers hoppen geregeld door mijn huiskamer. Ook hun kwakende kikkerkoren vind ik fijn en vertrouwd. Ze gaan de hele nacht door. Haha. 
De meeste dieren zoeken sowieso geen mensen op, tenzij er iets te halen valt. Mijn keuken is ook open en de afgelopen twee nachten had ik een gast. Die hield vooral erg van mijn banaantjes. Ik had een omgekeerd bord op de mand met de pisang susu gelegd, maar dat was eraf geduwd. Er was met een puntige bek door de schil van de banaantjes heengeknaagd en van binnen was de banaan bijna helemaal leeggesnoept. De mandarijntjes die ernaast lagen waren onaangeroerd gebleven. Kieskeurige gast, bovenal omdat de cabehs (scherpe pepers) die ik hoog boven het aanrecht in een bakje had gedaan ook half opgegeten waren. De gast houdt van pedis (scherp) en van manis (zoet), niet van asing (zuur).

Dus vanavond alles in de ijskast, ook als je fruit en je brood daar niet beter op worden. 

Ik lag rond 10 uur gisteravond keurig in mijn nieuwe dag/nachtritme in slaap te vallen in mijn afgesloten, ge-airconditionde kamer, toen ik vlak boven mijn hoofd stappen en geschuifel hoorde en daarna geknaag. Het kwam heel duidelijk van de ruimte tussen plafond en dak. Het enige wat tussen mij en het dak zit is die gevlochten bamboe mat. Zoals gezegd, dat daar af een toe een tjitjak of een tokè loopt (die soms zelfs wel eens wat laat vallen) ben ik gewend. In werkelijk elk huis in Indonesië waar ik geweest ben heb je dat.
Maar dit dier was veel groter dan een tokè. Zeker het formaat van een rat of een luwak. Een kat was het niet, want ik hoorde geknaag. En ook duidelijk een nachtdier dat rond 10 uur 's avonds pas actief wordt. Ik weet nog heel goed dat ik als 11- of 12-jarig kind midden in de nacht door een luwak op mijn kop gepiest ben. Dat was wel even schrikken. 

Dus ik was weer klaar wakker. Het dier boven mijn hoofd bleef rommelen en schuifelen en knagen. Straks knaagt ie nog door die bamboemat heen!

Toch maar Mas Ali geappt, die 200 meter verderop woont. Ik doe altijd erg stoer over beesten, vooral tegenover mijn vrienden in Nederland die griezelen over spinnen en hagedissen en slangen, maar dit was zelfs mij een beetje te spannend. 

Al append werd ik al weer rustiger en mijn bovenbuurman of - buurvrouw ging weer stilzitten. Het kan wel tot morgen wachten, appte ik naar Mas Ali, maar het is wel belangrijk dat je weet dat hierboven ook iemand woont. Maar Mas Ali ging al append lekker speculeren over wie mijn bovenbuur zou kunnen zijn. En bedankt! 

Hopelijk geen rat, zei hij, maar dat was wel mogelijk. Ging hij morgen laten checken. Een luwak leek hem onwaarschijnlijk, die zijn hier niet zoveel. Wat er wel veel is, zei hij vrolijk, is een biawak. Die heb ik daar wel eens op het dak zien klimmen. Dat moest ik even googelen. Gezellig hoor: het kleine broertje van de komodo varaan. Nog altijd makkelijk een meter lang. Waaaahhhhhh. Straks ligt ie bij mij in bed!

Ze doen niks hoor, appte Mas Ali. Sharing is caring, grapte hij. Zorg dat je al je voedsel in de ijskast doet. Hij is gewoon op zoek naar zoet fruit. 

Dat wordt niks meer met slapen, dacht ik. Maar gek genoeg ben ik kennelijk zo ontzettend moe, dat ik heel snel gewoon in slaap viel en de hele nacht doorsliep. Jetlags doe ik sowieso niet aan, maar dit ging dus ook goed. Dat was denk ik ook omdat mijn huisgenoot stil bleef zitten terwijl ik in slaap viel. Maar ik had een prima nacht. 

Toen ik vanmorgen in alle vroegte met Mas Ali en met de honden ging wandelen, spraken we het nog even door. Mas Ali is een bijzonder mens: hij is een schatrijke Jakartaan die veel grond koopt in Yogya voor het chiquere toerisme, zowel binnenlands als buitenlands. Hij is samen met een Australische man, en dat is hier behoorlijk lastig. Hij heeft jaren bij de Wereldbank gewerkt aan ontwikkelingsprojecten en is net zo'n wereldburger als ik. De boeren op wier land ik uitkijk betaalt hij daarvoor. Het is "opbrengst" van hun land waarin ze moeten kunnen meedelen. En ik ervaar het als een welkome aflaat van mijn white guilt complex. 

En hij is dol op dieren. Geregeld vindt hij een hondje of een katje langs de weg en die adopteert hij dan. Zij adopteren mij, beweert hij, en hij heeft intussen een hele schare huisdieren om zich heen. De reden dat hij denkt dat er een biawak boven mijn hoofd woont, is omdat daar eentje woonde toen hij de appartementjes bouwde (allemaal met duurzaam, gerecycled materiaal). Hij wilde het dier geen kwaad doen en stelde voor dat er een hol voor hem gemaakt zou worden zodat hij in de buurt kon blijven. Maar de lokale mensen met wie hij werkte, zeiden dat dat weinig zin zou hebben. Biawaks kiezen zelf hun plek en laten zich niet verplaatsen. Mijn huisje is ook zijn huis. 

Ik denk dat ik wel kan wennen aan een biawak boven mijn hoofd, zolang ie niet op mijn kop piest en van mijn bananen afblijft. Ik ben afgelopen nacht immers ook prima doorgekomen. Maar andere gasten, zei Mas Ali, zijn niet zo makkelijk als ik. Hij moet een plan verzinnen voor de biawak. Als het een biawak is, en geen rat... 

Foto's van onze wandeling, speciaal voor Bert ;-) : 





Mako en Pepo - geadopteerde hondjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...