In het toetsenbord van mijn laptop heeft zich een mierenkolonie genesteld. Ik snap waarom ze het er lekker vinden. Aangenaam warm, helemaal beschut weg kunnen kruipen onder de toetsjes en vast meer dan genoeg koekkruimels om de hele kolonie voor minstens een jaar te voeden.
Zodra ik begin te typen komen ze naar buiten hollen en beginnen ze heen en weer te draven. Ik ben een mierenvriend, mieren zijn ontzettend nuttig, maar deze kleine jongens doen ook een beetje pijn. Semut api (vuurmiertjes) scheiden zuur af, ook als ze niet de bedoeling hebben je te knijpen of te bijten. Niet erg, zoiets als een muggenbeet, maar als ze in hordes over je handen lopen, is het niet echt aangenaam.
Een typisch tropenprobleem. Hoe krijg ik ze eruit? Elcid raadde een stofzuiger aan, maar gaf meteen aan dat ik daarvoor naar een garage moet. Huishoudens in Indonesië hebben geen stofzuiger. Alles gebeurt hier met een bezem. Andere suggesties zijn een föhn erop (die heb ik dan weer niet) of de computer in de zon leggen - maar als de mieren die hitte niet doorstaan, doet mijn computer dat dan wel?
Al mijn Yogyanese vrienden nemen aan dat ik die mieren meegenomen heb uit het landelijke Nias. Rurale overlast. Dat klopt niet. Ik heb in Nias in huis geen mier gezien. Wel muggen. Maar hier krioelen de semut api in lange straten over mijn tafel. Dit zijn Yogyase mieren hoor.
Het is slechts een klein voorbeeld van het feit dat hier in een miljoenenstad op Java, die bovendien een artistiek centrum is, allerlei aannames leven over mensen op de andere eilanden - eilanden die in de koloniale tijd de "buitengewesten" heetten en nog steeds stiefmoederlijk behandeld worden. Er gaat per hoofd van de bevolking minder geld naartoe voor scholen, wegen, ziekenhuizen en cultuur dan naar de metropolen op Java en Bali.
Daarom heb ik zo'n enorme bewondering voor twee mensen die ik op Nias ontmoet heb. Samen met hun ouders hebben ze pas enkele jaren geleden de bestaande Theologische Hogeschool Imanuel laten accrediteren tot een universiteit, de Universitas Nias Raya. Het is makkelijk om er laatdunkend over te doen (wat ik waarneem bij mijn Yogyanese academische vrienden): wéér een universiteit erbij. Wat betekent een titel van zo'n instelling nou helemaal?
Maar Ibu Rebecca (de vice-rector) en haar man Pak Martiman (de rector) hebben me laten zien hoe belangrijk het is, een universiteit op het eiland. Nias heeft de omvang van Bali oftewel 10x Texel, maar in relatieve afstand is het veel groter omdat de wegen niet altijd goed begaanbaar zijn. Er is een gebrek aan scholing en werk op het eiland, en die twee versterken elkaar. Mensen die zich beter willen scholen vertrekken van het eiland, en het potentieel van jongeren die veel meer zouden kunnen dan hun ouders helpen in de rijstvelden blijft onbenut. Zo blijft het altijd sappelen daar.
De oplossing is hoger onderwijs ter plekke. Ibu Rebecca en Pak Martiman zijn ondernemende en intellectuele pioniers; ze pakken alle mogelijkheden aan die op hun weg komen. Ze lobbyen overal: bij de regionale overheid, de landelijke overheid, bij bedrijven, bij zusteruniversiteiten waar ze zelf op hebben gezeten op Java, bij mij - en ik wil ze vreselijk graag helpen. Ze bouwen iets op, helemaal uit het bijna-niets, en wijden hun hele leven eraan om het te laten lukken.
De aula van de universiteit is een oude loods, behangen met mooie gordijnen. Ze hebben vier faculteiten: Economie & Business, Rechtsgeleerdheid, Natuurwetenschappen & Technologie, en Pedagogiek. Daar is behoefte aan op het eiland. De rest komt later. En de theologie is verdwenen...Toen ik er twee weken geleden was voor een gastcollege kon ik de pioniersgeest voelen. Een universiteit in wording - wanneer kom je dat nou tegen? Op een zaterdagmiddag zaten ruim 60 studenten uit allerlei vakgebieden klaar voor mijn verhaal in de aula/loods (ik was te laat). Ze werden continu aangemoedigd om zich uit te spreken, om vragen te stellen, om contact met me te zoeken, en velen deden dat ook. "Er ontbreekt vaak zelfvertrouwen", vertelde Ibu Rebecca me later. "Deze jongeren zijn kinderen van landarbeiders. Hun ouders hebben het er vaak moeilijk mee dat ze kritisch leren denken, terugpraten, vragen leren stellen. Sommigen zijn zo goed dat ze een master of zelfs een PhD in Medan of Jakarta zouden kunnen doen, maar hun ouders willen vaak niet dat ze van het eiland afgaan. Het vergt een lange adem en veel bemiddeling."
De docent die ons ophaalde uit Hilisimaetanö vertelde hoe slecht de scholing op Nias is. Er zijn te weinig gekwalificeerde onderwijzers (daarom de Faculteit Pedagogiek), en de niet-gekwalificeerde onderwijzers verdienen zo weinig dat velen het voor gezien houden. Er is gewoon niet van te leven. Daarom moeten basisschoolkinderen geregeld uren lopen om een school te bereiken. En als het oogsttijd is houden hun ouders hen liever thuis, om wat extra handen te hebben.
Vroeger (ik weet niet precies wanneer, maar tot ver in de postkoloniale tijd) was de situatie in heel Indonesië zo. Maar op Java en Bali zijn de mensen die ik spreek het helemaal vergeten. Dat zet me aan het denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten