Op een van de
debatten tijdens het Festival Kesenian Yogyakarta (FKY) hoorde ik van
een concert op het tempelcomplex Pramabanan, de grootste en meest
indrukwekkende hindoetempel die ik ken op Java. Toen ik klein was lag
het complex (in behoorlijk slechte staat) midden in de rijstvelden,
je kon er zo in en uit lopen, en de enige mensen die je er zag waren
de mensen die op de rijstvelden werkten.
Nu is het
tempelcomplex piekfijn opgeknapt (hoewel de schade van de aardbeving
van 2006 niet helemaal te herstellen was) en staat er een groot hek
omheen met toegangspoortjes en bijbehorende entreeprijzen,
wandelroutes, en aangeveegde restaurantjes met een capaciteit voor
een hele toerbus. De magie is er dus een beetje af, maar de tempel is
wel toekomstbestendig.
‘s Avonds dient
het tempelcomplex als een magnifiek decor voor allerlei
voorstellingen. Vier jaar geleden woonden we een
wayang-wongvoorstelling bij, dit keer speelde het Melbourne Symphony
Orchestra Haydns Trompetconcert en Beethovens Tweede Symfonie,
aangevuld met twee behoorlijk vreselijke eigentijdse brouwsels van
een Australische en een Indonesische componist.
Ik was samen met
Nurina op de brommer naar Prambanan getogen, 18 km rijden van Yogya.
Het was nog behoorlijk lastig er te komen met alle files en het
volstrekt chaotische verkeer, maar we waren er op tijd.
Het was wel raar:
Beethovens Tweede voor de heilige domeinen van Shiva, Brahma en
Vishnu, maar ook mooi vormgegeven met sober en effectief lichtwerk
dat de tempels nog groter en mysterieuzer leek te maken. Het zittende
publiek was er op uitnodiging, onder wie de ambassadeur van Australiƫ
en de Sultan en Sultane van Yogyakarta met hun kinderen. De rest van
het publiek (wij) moest staan en dat was gratis.
Ik had alleen nog
niet gegeten en de Prambananrestaurantjes waren niet open, zo zonder
toerbussen met klandizie. Ik begon behoorlijke honger te krijgen.
Tijdens de pauze wandelden Nurina en ik wat rond en we werden
hartelijk begroet door Mas Yudi, een jongeman die erg goed Engels
sprak (hij had Engels gestudeerd aan UGM) en de assistent van de
Sultan bleek te zijn. Hij stond behoorlijk bij Nurina in het krijt,
want Nurina werkt bij de Indonesische luchtvaartmaatschappij Garuda
en telkens wanneer de Sultan iets speciaals wil met een vlucht, dan
belt Mas Yudi Nurina op om het te regelen.
Zodra Mas Yudi
doorhad dat ik nog niet gegeten had, zei hij tegen ons: "kom maar mee." De tweede helft van het concert was intussen begonnen en we wandelden
over het veld naar de zijkant van de tempel. Daar stond een witte
tent waar de hele hofhouding van de Sultan koffie zat te drinken en
te snacken. Aardappelkroketjes, cakejes, koekjes, ga zo maar door. We
installeerden ons op een paar stoelen naast de buffettafel, tastten
toe, bekeken het orkest en tempels van de zijkant en kletsten een
eind weg.
Toen het concert
afgelopen was, zei Mas Yudi: "zo, nu is er werk aan de winkel." De
lakeien, hofdames, chauffeurs en assistenten stonden allemaal op om
de Sultan en de Sultane naar huis te brengen. Nurina en ik stapten
met volle magen weer op de brommer.
Heel leuk avondje
uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten