dinsdag 19 juli 2022

Biawak

En toen zag ik hem alsnog lopen. Of klimmen, beter gezegd. De biawak: een "monitor lizard"/kleine versie van de komodo varaan... Ik parkeerde de sjieke fiets van Mas Ali naast de bungalows na een stevige fietstocht uit de stad, en zag in mijn ooghoek iets bewegen. Toen ik opkeek zat de biawak al tegen de muur van de bungalow (niet de mijne, maar die van de buren). Hij liep verticaal tegen de muur op, net als een tjitjak, maar dan 10.000 keer groter. Hij was zeker anderhalve meter lang, inclusief staart, een prachtig beest, en verdween toen onder de pannen van het dak. Ik was te langzaam om een foto te kunnen maken. 

Biawaks zijn zeer intelligent. Ze werken samen in de jacht, hebben spelvaardigheden, en er zijn gevallen gerapporteerd van biawaks die kunnen tellen. Waarschijnlijk had hij liggen zonnen en werd hij gestoord door mij. Als hij stilletjes was blijven liggen had ik hem niet gezien. 

Omdat Mas Ali en ik er het de afgelopen dagen zo vaak over gehad hadden, appte ik hem (hij zit in Australië momenteel) om hem te vertellen dat ik de biawak gespot had. Aiai, dat vreesde ik al, antwoordde hij. De biawak is er. Hij woont hier. Niet goed voor de gasten, peinsde Mas Ali. Zeker niet als ze al bang zijn voor een tjitjak, vulde ik aan. Ik zal Mas Kenek vragen hem morgen te vangen, zei Mas Ali.

Pas toen ging ik erover nadenken. Had ik met mijn appje het doodvonnis van de biawak getekend, of in elk geval zijn verbanning? Waarschijnlijk wel. En dat allemaal omdat er mensen zijn (veel mensen) die uit Europa komen, of uit de stad komen, om aan de rand van de sawah hun vakantie door te brengen. Prachtig uitzicht immers.

De rand van de sawah moet daarom gebruiksklaar gemaakt worden voor mensen die bang zijn voor het donker, bang zijn voor stilte, en bang zijn voor tjitjaks. Het wordt licht, lawaaiig en andere dieren moeten verplaatst of gedood worden om deze mensen tegemoet te komen. Dat gebeurt niet alleen in het universum van de in de basis dierminnende Mas Ali en Barbara Titus. Dat gebeurt op de stranden van Bali en Phuket, op Aruba, Bonaire en Curaçao, en in de Himalaya, om maar even wat willekeurige dwarsstraten te noemen.

Dus dit is ter relativering van de mijn vorige blog over de ruimte die Indonesiërs mekaar gunnen. Indonesiërs zijn ook mensen. Ook hier wordt ruimte ingenomen die niet vanuit ieders perspectief inneembaar is. Er is - net als in Nederland - eigenbelang, geldwolverij, exploitatie van de natuur, koloniale uitbuiting, en corruptie. 

Het werkelijke probleem is de volledige acceptatie wereldwijd van de "alles-moet-wijken" mentaliteit: voor het delven van grondstoffen, bouwen van infrastructuur, faciliteren van toerisme. 

Zo'n gemeenplaats krijgt een extra urgentie voor me hier. Ik kan me met grote gebaren tegen die "alles-moet-wijken" mentaliteit keren, maar als ik er naar wil leven, dan moet ik de biawak ook een plekje gunnen, en accepteren dat hij boven mijn hoofd rondstommelt als ik in mijn bed lig. Hij was hier eerst. Hij heeft net zoveel recht op deze plek als ik, zo niet meer, en ik weet bovendien dat hij mij nooit kwaad zal doen. Dus waarom moet ie weg? 

The Gospel of Barbara: Als je rationeel kunt vaststellen dat je geen gevaar loopt dan is angst een keuze. Naar mijn idee zijn we die mogelijkheid tot het al dan niet kiezen voor angst verleerd omdat we zo gewend zijn geraakt aan controle: alles en iedereen wijkt toch wel. 

Dus ik ga oefenen met het idee dat de biawak en ik een plekje kunnen delen. Oefening baart kunst. Het is al een dag of vier geleden dat ik zijn bestaan heb gerapporteerd. Hij heeft zich vooralsnog niet laten vangen... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...