maandag 4 juli 2022

Barbara's dekoloniseringsagenda

Het is net na 10 uur in de morgen. De hitte begint mijn hersenen te vertragen. Mijn lichaam weet al sinds 8 uur vanmorgen dat het langzaamaan moet doen om de dag door te komen. Wat is mijn leven zwaar. 

Ik zit op mijn eigen veranda, met uitzicht op mijn eigen zwembad, en (en nu wordt het echt problematisch) ik kijk uit op een tableau van diepgroene rijstvelden, papayabomen en pisangbomen met heuvels in de verte. Het tableau wordt omlijst door de djati-houten pilaren waarop het dak van mijn eigen huisje rust. Houten vens draaien traag aan het plafond voor extra verkoeling. 

In dat tableau komt af en toe een mens voorbij, een boer of boerin met een topi op het hoofd. Sommigen dragen laarzen, anderen waden blootsvoets door het water waarin de rijst aan het groeien is. Hun topi is de enige bescherming tegen de brandende zon. Ik zit in de schaduw van mijn veranda te bloggen. Het enige wat mij scheidt van de boer en boerin is de breedte van mijn privé-zwembad...

Ik verdien mijn (goed belegde) boterham met grote verhalen over dekolonisering, over de herverdeling van arbeid en kapitaal, ook waar dat muziek, kunst en cultuur betreft. Kan ik hier nog wel zitten? Eigenlijk niet.

Als kind vond ik dit normaal. Mijn ouders waren geen luxebeesten. Ze waren duidelijk over het feit dat we hier te gast waren en ons moesten aanpassen. Ze droegen en dragen ieder op hun eigen manier actief bij aan de Indonesische samenleving, zoals ik ook iets van mezelf probeer bij te dragen. Maar het minzaam uitkijken over rijstvelden met werkende mensen, onder het genot van een kop koffie of thee hoort nog steeds bij de standaardinstellingen van mijn wezen.

De kortsluiting in mijn hoofd - ik kijk uit over een beeldschoon tableau dat een onbarmhartige werkomgeving is voor de mensen die er in figureren - leidt tot een opwelling. Waarom loop ik die 15 of 20 stappen niet naar de boer toe om te vragen of ik een handje kan helpen? In tegenstelling tot veel andere toeristen kan ik me verstaanbaar maken tegenover de mensen die hier wonen en werken. 

Ik weet ook dat hij het heel erg raar zou vinden als ik dat zou doen. Of misschien verwacht ik dat. Zo'n verwachting komt me goed uit. Al typend achter mijn laptopje in de schaduw met een ven boven mijn hoofd heb ik het al warm genoeg. Dat geeft me een excuus om de lijst rondom het tableau niet te hoeven overschrijden en het een tableau te houden: iets waar ik naar kijk, waar ik geen deel van hoef te zijn als ik dat niet wil, en dat me esthetisch plezier geeft. 

Ik herken de narratieven of scripts waarmee zo'n bevoorrechte positie gerechtvaardigd kan worden en die, net als de geluidscollectie van Jaap Kunst die ik aan de UvA cureer, een koloniale geschiedenis hebben. Die scripts (die vaste rollen aan mensen toebedelen ook als ze daar niet zelf voor hebben gekozen) bestudeer ik als intellectuele en maatschappelijke verschijnselen voor mijn werk, maar ik ervaar nu ook de zintuiglijke basis ervan. Die basis is overigens geen enkel excuus, maar wijst me er wel op dat ik geen haar beter ben dan degenen in heden en verleden die ik de maat neem: "Het is warm. Ik zou kunnen gaan helpen. Maar deze meneer is het gewend; hij doet het elke dag. Ik zou maar in de weg lopen." of "Natuurlijk is het ongelijkwaardig om andere mensen voor je te laten koken, wassen en schoonmaken, maar als ik ze geen emplooi geef, hebben ze helemaal geen inkomen."

Uiteindelijk komt het er op neer wat we normaal vinden, en in hoeverre we bereid zijn normaliteiten ter discussie te stellen als we in een positie zijn om dat te doen: dieren opeten zonder ze zelf te hoeven doden, op je kont blijven zitten terwijl iemand anders voor je neus aan het zwoegen is. Het is de relatief beperkte breedte van mijn zwembad die de scripts confronterender voor me maakt dan de scripts die het ons makkelijk maken om elke dag te douchen, en het vliegtuig te nemen als je ook met de trein kan. 

Ik prakizeer nog even door. Dat is mijn dagelijkse arbeid, immers... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...