maandag 26 augustus 2013

Gado-gado (2)



We verblijven in de villa van hotel Sukuh Cottage dat op de steile helling van de vulkaan Lawu ligt. We zitten op 1100 meter hoogte en kijken uit over de vlakte. Als echte kolonialen. Behalve het fenomenale uitzicht (dat niet op een foto te krijgen is) vind ik de verschillende geluiden die van beneden opstijgen fascinerend. Krekels, kikkers, loeiende koeien, brommertjes, ritselende bladeren, radio's, televisies, en mensen.
 

 
Overal op Java wordt in ieder geval 5 keer per dag luidkeels opgeroepen tot gebed door een groeiend aantal moskeeën: om half 5 (zonsopgang), 12 uur (middag), 3 uur (begin namiddag), half 6, en 7 uur (zonsondergang). Ook voor ons zijn het nu ankerpunten in de dag (‘ah, het is 3 uur, tijd voor een kopje thee’). De haan in de boerderij naast ons noemen we de Talibaan-haan. Hij kraait in navolging van de muezzin ‘Allaaaaaaahoe-Aakbar’. 

Als de 85 moskeeën in het dal er weer het zwijgen toe doen, dringt probleemloos swingende Bollywoodmuziek naar de voorgrond, of een cheesy dangdut-drumritme. En dan hoor je weer een uur achter elkaar traditionele gamelanmuziek. Lekker gado-gado, zou Ibu Anna, onze gids inWonosobo zeggen.  

De gado-gadogeluiden uit het dal deden me filosoferen over het waarnemen van onderscheid, één van de heetste hangijzers in de cultuurwetenschappen: Wanneer en waarom hoor je, of zie je, iets als hetzelfde als - of als anders dan - iets ‘anders’?  

Mijn vader zei altijd dat de Javaanse cultuur een syncretische is. De huidige cultuurwetenschappelijke norm is dat elke cultuur in principe syncretisch en hybride is. Maar ook dat hangt maar weer af van hoe je het ‘bekijkt’. 

Voordat de islam hier werd geïntroduceerd waren de meeste mensen hindoe, en veel hindoeïstische cultuurelementen bestaan nog steeds heel vanzelfsprekend naast en in combinatie met islamitische geloofsuitingen. En er zijn animistische tradities die voortleven: voorouderverering, plekken die bewoond worden door goede of slechte geesten, en een uitgebreide filosofie van alternatieve geneeswijzen die daarmee samenhangt.

Hoe monotheïstisch en islamitisch veel Javanen ook zijn, als ze graag kindertjes willen krijgen, brengen ze een offer in een hindoeïstische tempel met vruchtbaarheidssymbolen. De Sultan van Yogya is ongetwijfeld een goede moslim, maar hij wordt ook geacht zijn relatie met de godin van de Zuidzee te onderhouden. Anders zou ze wel eens nijdig kunnen worden en voor aardbevingen of vulkaanuitbarstingen kunnen zorgen. Dat is in 2006 en 2010 nog gebeurd.

Dit is de Islam Jawa, de Javaanse islam, die net zoveel waarde hecht aan hindoeïstisch, boeddhistisch en animistisch Javaans erfgoed als aan Allah. Onze gids, Pak Tri, is een uitgesproken exponent van deze gado-gado-islam, sterk gekant tegen extremisme en met een verbluffende kennis van hindoeïstische cultuur en andere pre-islamitische Javaanse gewoonten. Hij noemt deze islam de rode islam (Islam Merah) en vertelde ons dat die de laatste jaren steeds verder onder druk is komen te staan door de opkomst van de witte islam (Islam Putih). Moslims die deze 'witte' puristische leer uit Saoedi-Arabië naleven, trappen offerplekjes omver bij drukke gevaarlijke kruispunten, omdat ze het afgoderij vinden en ervan uitgaan dat het lot van mensen enkel in de hand van Allah ligt. Sindsdien gebeuren er volgens Pak Tri meer ongelukken op zulke kruispunten. 

Zijn zorgen zijn niet uit de lucht gegrepen. Met Saoedisch geld verrijst de ene gigantische moskee na de andere. Islamitische geloofsbelijdenis dringt door in elke vezel van het openbare leven. Een van mijn vaders oud-promovendi weigert nog langer vrouwelijke studenten te begeleiden. Een ontslagprocedure tegen hem is inmiddels gestart, maar niemand durft in het openbaar te zeggen wat de reden is. Waar je 20 jaar geleden zelden vrouwen met een sluier zag, zie je nu zelden vrouwen zonder sluier.

Boven de gado-gadogeluiden uit de vallei vroeg ik me af of het onderscheid dat Pak Tri maakt tussen rode en witte islam een nieuw onderscheid is. De oude diversiteit van geloofsuitingen binnen de Islam Jawa wordt door geloofsgenoten veroordeeld. Dus moet er een naam komen voor die geloofsgenoten die ze 'anders' maakt: witte islamieten zijn geen rode islamieten. Is dat een nieuwe diversiteit? Of is het een alarmbel voor de opkomst van een 'witte' ayatollah-monocultuur die elke hybridisatie de nek omdraait?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...