woensdag 21 augustus 2013

Gado-gado

Iedereen weet wat gado-gado is? Dieng is de groentetuin van Java. Een hoogvlakte in een reusachtige oude krater: vruchtbaar en hooggelegen. Indonesische kool, tomaten, uien, champignons, aardbeien komen allemaal hier vandaan.

 
We vermoeden dat Wonosobo als dichtstbijgelegen handelsstadje zo groot geworden is omdat elk bebouwbaar stukje van het Diengplateau gedurende de afgelopen decennia bebouwd is geraakt en de productie zodoende enorm is gestegen. De verschillen tussen het landschap toen en nu kun je zien op deze foto, gemaakt in 1979:

Het jongetje dat langs zijn vader de lens inkijkt om te zien of zijn moeder niet te ver weg loopt hebben we vandaag opnieuw naast het tempelcomplex van Arjuna gezet. Hij is wat groter, donkerder en zwaarder geworden, maar het is hetzelfde jongetje. En er zijn dus meer groenteterassen bijgekomen.

We hadden een ontzettend leuke gids, Ibu Anna, die ons na het tempelcomplex meenam naar de hete zwavelkraters van het plateau. Het is warm en het stinkt er naar rotte eieren, hetgeen voor Christine en mij een mooie aanleiding was om mijn broertje te pesten: "Stefan, ben je weer bezig!" Maar de legende die bij de zwavelbronnen hoort geeft een andere verklaring voor de viezige natuurverschijnselen.
[Ibu Anna bij de zwavelbronnen.]

Er was eens een koning die een oogje had op een mooie prinses. Hij maakte zijn interesse kenbaar aan haar, en de prinses vond dat hij eerst maar eens moest laten zien wat hij kon. Ze droeg hem op een grote put te graven (het is maar wat je een proeve van bekwaamheid noemt). En toen hij dat gedaan had, gaf ze haar getrouwen de opdracht de put dicht te gooien terwijl hij nog op de bodem stond. Vrouwen... wat een perfide mormels zijn het toch. De koning was zo ontzettend kwaad dat hij nog altijd van onder de grond gorgelt en borrelt en brubbelt en aan één stuk door kwade dampen uitstoot. En geef hem eens ongelijk.

 
 
Daarna ging Ibu Anna met ons wandelen, bijna anderhalf uur, zo bleek aan het eind. Ik heb veel spierpijn, maar heb het wel gehaald en daar ben ik heel blij om want het was een ongelooflijk mooie wandeling. En het was ook nog heel gezellig. Ibu Anna sprak goed Engels, maar vond het ook leuk om met mij m'n Indonesisch te oefenen. We hebben uitgebreid zitten praten over mijn werk en over mijn tijd in Zuid-Afrika, en werk en privé liepen moeiteloos door elkaar. Ze had met ons allemaal zulke gesprekken. En we hadden een running gag: gado-gado, waarin de groentetuin van Java, het mixen van culturen en volkeren, en de speciale eigenschappen van de Indonesische taal (meervoud met woordverdubbeling) allemaal in samenkwamen.

We liepen langs een betoverend bergmeertje (de zwavelbodem weerspiegelt het zonlicht), langs de groentetuinen naar het dorp Dieng waar een hoop kindertjes ons kwamen begroeten.
 

Daarna lunch met verse groenten in een kleine, koele warung.

 
Daarna terug naar Hotel Kresna (voorheen Grand Hotel Dieng) in Wonosobo. Het hotel voelt nog steeds Grand, zo'n plek waar grote vrouwen zich thuisvoelen en genoeg lucht en ruimte hebben om adem te halen.
 
In het hotel kreeg de gado-gadometafoor nog een vervolg doordat er continue een sopraansaxofoontje (vanaf een bandje) liftmuziek speelt. We noemen hem al "onze grote vriend". Het hotel zet het sopraansaxofoontje niet af als de muezzin in de nabijgelegen moskee tot gebed oproept (wat leidt tot een bijzonder contrapunt) en zelfs als er in de hal live gamelanmuziek gespeeld wordt, gaat het sopraansaxofoontje niet uit. Wat een k**intsrument. Sorry Eggo. Het past gewoon niet in de gado-gado...

1 opmerking:

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...