Aan de huiseigenaren moest ik dan even wennen, maar met Ibu Siti had ik onmiddellijk contact. Ze runt de huishouding hier en wordt daarin bijgestaan door Mbak Nanak. Ze praat heel veel - en ik ben zo vrij te denken dat dat komt omdat ze meer in haar mars heeft dan het huishouden, en ik praat terug, dus dat gaat goed. Ze oefent basale dingen met me in het Javaans: Maternuwun (dankuwel), Sukeng enjin (Goedemorgen) - lijkt in niets op Indonesisch.
Zonder dat ik daar een woord over zei, had Ibu Siti binnen een halve dag door hoezeer ik van eten houd: de lagen honing die ik 's ochtends op mijn pannenkoek smeer ("Jij houdt van honing hè?"), de extra sambal bij mijn nasi goreng die schoon opgaat. Dus als ik twee pannenkoeken voor ontbijt bestel dan bakt ze er vier voor me, en als ik dan zeg "Ibu, wat doet u nou, straks ben ik moddervet," dan schatert ze het uit en beschouwt dat als een aanmoediging - niet geheel onterecht...
Nu blijf ik hier drie weken (waarvan er al 1 bijna voorbij is) en het zwembad waarin ik had gedacht mijn baantjes te trekken blijkt net lang genoeg om mijn armen in uit te strekken. En met de knik in mijn trappers moet ik rustig fietsen - dat kan sowieso niet anders met dit weer. Ahum.
dinsdag 6 augustus 2019
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
SARS‑CoV‑2 revisits
Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken. Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...
-
Gisteren kwam Citra me samen met haar twee volwassen kinderen ophalen. Het was een ontroerend weerzien. De laatste keer dat we elkaar zagen ...
-
Poef! Twee dieppaarse streepjes op mijn SARS‑CoV‑2-zelftest. Dat was even schrikken. Niet dat ik me onkwetsbaar had gewaand, met - welgetel...
-
En vijf dagen na mijn college in het Engels in Yogya lukte het me alsnog: college geven in het Indonesisch. Ik ben hier in Timor op uitnodig...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten