zondag 30 juli 2017

Fiets

Intussen ben ik neergestreken aan de rand van wat in Yogya de Kampung Boelèè wordt genoemd: het wijkje Prawirotaman. Je kan er goeie pizza en pannenkoeken eten, en toch ook echt Yogya proeven. Daar had ik wel even zin in na al die rijst ‘s ochtends, ‘s middags en ‘avonds – weken achter elkaar.

Ik miste mijn overstap in Denpasar want mijn vlucht vanuit Labuan Bajo had vertraging. Ik heb nog gehold met mijn koffer – en dat ging erg soepeltjes! – maar ik was pas 10 minuten voor het vertrek van mijn vliegtuig bij de check-in en die was toen al dicht.

Ik kon gelukkig meteen op de volgende vlucht, de volgende ochtend om 7 uur, en bracht de nacht door in het Novotel op de luchthaven. Heel vreemd, zo’n hotel na alle avonturen op de eilanden van Nusa Tenggara Timur: lux, onpersoonlijk en steriel. Wel heel comfortabel.

Wat was het fijn om Yogya weer te zien vanuit het vliegtuig: de universiteit te zien liggen, Hotel Ambarrukmo te zien liggen, waar we vroeger op zondag altijd gingen zwemmen. Het voelt echt een beetje als thuiskomen na alle omzwervingen. En bij het Guesthouse Maharani waren ze ook heel blij om me na twee jaar weer te zien.

First things first: een enorme zak met was naar de wasvrouw aan de overkant van de weg. Daarna een fiets cheffen. Net vanmorgen is er een enorme tourtocht met zwetende Yogyanezen langsgetrokken die deze zondag in de aanloop naar de vrijheidsdag van 17 augustus allemaal op de fiets geklommen waren.

Daar zaten ook prachtige omafietsen tussen: van die zware zwarte rijwielen met hoge sturen. Die fiets heet hier sepeda Jawa (de Javaanse fiets). Die moest ik hebben, wist ik, maar verhuren deden ze hem nergens.

Dus ik vroeg het aan de becakkerels. Die weten alles. Ik bedacht dat ik zo’n fiets kon kopen en dan als ik wegga weer verkopen (of weggeven aan iemand die ik aardig vind). Dat vonden ze een geweldig idee. Ze wisten wel een fietsenmarkt en ik werd er meteen heengereden in een becak.

Het was een grote hal met inderdaad heel veel Javaanse fietsen. Drie heren ontfermden zich over de onderhandelingen. Het was een mooi spel. Ze begonnen bij anderhalf miljoen. Ik weigerde meer dan 800.000 te betalen en noemde alle zaken op die niet goed werkten: geen werkende lamp, remmen die beter afgesteld kunnen worden, zadel te laag, zachte banden.

800.000 – daar wilden ze niet eens over praten. 1,4 was het allerlaagste dat ze konden gaan. “Je hebt zowel handremmen als terugtrapremmen, en het zadel kan omhoog” riepen de heren uit. “We pompen ook nog de banden voor je op en de bel is fantastisch!” en inderdaad: de bel is prachtig, zowel qua vorm als qua geluid. Ik kan concurreren met de prachtigste geluiden van de rijdende eettentjes hier.

Maar zonder lamp en werkende handremmen kan ik er echt niet meer dan 900.000 voor geven, zei ik. Daar moest eerst nog een andere bapak (meneer) voor bijgehaald worden. De Mbak (Juffrouw) Boelèè wil niet meer dan 900.000 geven – wil ze ons failliet hebben? Het zadel werd versteld. Daar waren ze met z’n drieën heel hard mee bezig. De banden werden opgepompt. Hier, probeer nog maar eens. Rijdt ie niet prachtig?

Hij rijdt inderdaad heel fijn, hij trapt behoorlijk goed, met een stevig breed zadel en een lekker omafietsstuur zodat je rechtop kan zitten. Maar dat liet ik natuurlijk niet merken, al hadden ze het vast wel door. Ik bleef bij 900.000. Toen konden ze plotseling omlaag naar 1,2 en de deal werd voor 1,1 miljoen gesloten.

Ze konden me ook nog wel een adresje geven waar ik een fietsslot en lampjes kon kopen en ik zeilde vervolgens uiterst tevreden de Jalan Parangtritis af naar het restaurantje waar ze goede pannenkoeken bakken.

Daar staan ook altijd becakkerels, te wachten op boelèèklanten die er logeren. Nou, dat was een hele vertoning toen ik daar aan kwam zeilen op die Javaanse fiets. De fiets werd uitvoerig geïnspecteerd. “Hoeveel heb je daarvoor betaald? Verkoop je hem aan mij door als je weer gaat? Ik geef er een goede prijs voor.” Ik raak die fiets wel kwijt straks.


Nu ga ik er eerst van genieten.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Grafkist

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er – zoals altijd – meerdere kanten zitten aan Barbara’s dekoloniseringssage waarvan ik er sommige tot ...