Zo lang als ik me kan herinneren vond ik weggaan uit Yogya vreselijk. Elk jaar weer opnieuw. Ook nu moest ik even een traantje wegpinken toen we uit Bulaksumur wegreden. (Wisten jullie overigens dat ook Barack Obama zijn kindertijd in Bulaksumur heeft doorgebracht? In dit huis, bij ons om de hoek.)
Als afscheid hebben Stefan en ik een foto van ieder van ons
‘overgedaan’, zoals op de achterpagina van de NRC. Op dezelfde plekken als op
de oude foto’s. Stefan die als parmantige kleuter begin jaren 80 ons straatje
uitloopt. Dapper in zijn uppie.
En ik die als peuter in 1976 een sarong omwilde. Mijn
peuterpensje is inmiddels vervangen door een bierpensje, maar het is hetzelfde
pensje - voor de liefhebbers…
De laatste nacht in Yogya lag ik een halve nacht wakker van
de reiskoorts. En als ik ’s nachts wakker ben, heb ik gezelschap van een tokè.
Een stevige hagedis die de klank van zijn naam uitstoot – om z’n territorium af
te bakenen, een vrouwtje te lokken, who knows. Tokè-tokè-tokè-tokè… Tokès zie je nooit, behalve in gevangenschap,
zoals hier.
Maar je hoort ze heel vaak. De nacht dat ik de hele tijd half
wakker lag, sloeg ie 7 keer. Dan mag je een wens doen. En ik zweer het je:
later die nacht sloeg ie nog eens 7 keer. Beide keren heb ik een wens gedaan.
Ik zeg niet welke, want dan komt ie niet uit. Maar de volgende dag leek het
alsof de tokè wist wat ik eigenlijk het liefste wilde, ookal had ik het niet
gewenst: in Yogya blijven…
Onze taxi naar de luchthaven was te laat, en toen we op weg
waren was de weg afgesloten en moesten we omrijden. Op de luchthaven bleken
onze tickets niet in orde te zijn en moesten we stampij trappen om onze boarding
cards te krijgen, waar we onderling ook weer enorme discussie over kregen. Heeft
het zin om boos te worden op de
baliejuffrouw die je tickets niet in “het systeem” kan vinden? Allemaal in goede
orde opgelost trouwens. En uiteindelijk vertrok dat vliegtuig toch. Met ons
erin. Ook de macht van de tokè kent grenzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten